Hooggevoeligheid. Voor veel mensen een misschien (nog) onbekend of belachelijk fenomeen. Bestaat er echt zoiets? En als het zo is, hoe serieus moeten we het nemen? Is het een roep om “aandacht” of verlichtend labeltje? Of is het écht iets om, voor jezelf en anderen, rekening mee te houden?

Maatschappij vol prikkels
De laatste decennia is er, onder andere op technologisch vlak, een hoop gebeurd en zijn er veel prikkels bijgekomen. (Technologische) ontwikkelingen volgden elkaar in een rap tempo op en de wereld werd “kleiner” (‘global village’). Vroeger was het nog normaal in een hutje “op de hei” te wonen of in een kleine gemeenschap. De enige prikkels kwamen van dieren, natuur en andere mensen, die je vaak persoonlijk kende. Tegenwoordig loop je in een gemiddelde stadsstraat langs tig (reclame)borden, razende auto’s, brommers en fietsers, knipperende lichten, mensen en schallen muziek, verkeersgeluiden en gepraat je gehoorgang binnen: het leven zit bomvol prikkels waar we voortdurend aan blootgesteld worden en die nauwelijks nog te omzeilen zijn.
Ook de overzichtelijkheid van vroeger lijkt verdwenen. Men leefde in het ritme van de natuur. Er was geen tijd, zoals wij die nu kennen, en weinig keus: de dagen waren gestructureerd. Men deed wat nodig was om in levensonderhoud te voorzien, wat vader of moeder had gedaan of logischerwijs uit het morele kompas van de zuil waartoe hij of zij behoorde volgde. Hard werken en waarschijnlijk niet makkelijk, maar wél duidelijk. 
Jongeren van nu, daarentegen, hebben oneindig veel keuzes waarbij ze weinig ondersteund worden. Soms worden de keuzes gedreven door externe factoren, zoals ouders, vrienden of geld, maar vaak genoeg worden kinderen vrij gelaten. Die vrijheid lijkt heerlijk, en is misschien een verademing bij de beklemmende “vastheid” van vroeger, maar velen lijden er ook onder: zie maar eens “de juiste” keus te maken als de opties bijna oneindig zijn… en als die al bestaat (daar gaan veel vanuit, want als er zoveel te kiezen valt, moet er wel een perfecte keuze zijn). Stress en druk gaan hier vaak mee gepaard: de enige verantwoordelijke voor de keuze, menen we, ben jij, dus de enige die verantwoordelijk voor het mislukken ervan is, ben jij ook.
Als gevolg van globaliseringsprocessen is er tevens een hoop extra informatie en kennis ter beschikking gekomen, waardoor mensen bijna gedwongen worden niet meer in hun “cocon” te blijven. Dit kan helpen de blik te verruimen en meer begrip voor een ander op te brengen, maar leidt vaak ook tot veel confrontatie (op social media) en het ontstaan van verschillende kampen, wat de afstand tot elkaar misschien alleen maar groter maakt. Media als Facebook dragen namelijk tegelijkertijd bij aan die cocon, waarin, door algoritmen, vooral informatie gedeeld wordt die bij jou past. Door al die informatie kan bovendien een gevoel van machteloosheid ontstaan: het besef dat we zo klein zijn en weinig invloed hebben op een wereld waar zoveel gebeurd, alles ver weg is, maar toch dichtbij, maakt dat óns leven onveilig en chaotisch voelt. Desondanks kunnen we niet om de veelheid die op ons afkomt heen. Dit maakt het leven onveilig en chaotisch.

Prikkelverwerking
De een heeft minder moeite met het verwerken van al die prikkels en gevoel van overal iets mee moeten (verantwoordelijkheid) dan de ander: waar bij veel mensen de meeste prikkels door een filter gaan, komen ze bij sommigen dírect binnen en worden ook anders geïnterpreteerd. Het is daarom niet verwonderlijk om op een gegeven moment een “vol” gevoel te ervaren en niet te weten hoe hiermee om te gaan. Daarbij zijn mensen steeds gejaagder gaan leven en stoppen vrijwel ieder uur vol met (sociale) bezigheden, waardoor ouders bijvoorbeeld minder tijd en aandacht hebben voor hun kinderen, maar kinderen ook zelf van hot naar her vliegen.
Ouders vinden het belangrijk hen (offline) te beschermen en een succesvolle, gelukkige toekomst tegemoet te laten zien, maar échte aandacht en tijd voor de behoeften van het kind (niet op een verwende manier) is er weinig. In plaats daarvan wordt het steeds vaker voor de tv of achter de tablet geplant. Dit kán leiden tot sociale verwaarlozing, wat bijdraagt aan stoornissen als ADHD. In plaats van de oorzaken bij zichzelf te zoeken, kloppen ouders aan bij de huisarts voor een pilletje. Ze zien de problemen het liefst zo snel mogelijk opgelost, wat tegenwoordig meestal kan (we zijn immers welvarender en kennisrijker dan ooit). Op die manier kunnen ze weer verder met behoeftes bevredigen, conformeren en pleasen. Maar aan de kern van het probleem wordt zo niet gewerkt. Het pilletje is een pleister op de wond die verder bloedt en waar het kind niet mee zal leren dealen als hij louter hulp aangereikt krijgt.
Een logisch gevolg van al deze factoren is een toename van het aantal stoornissen dat, onder andere, aan prikkelverwerking gerelateerd is (en dat zijn er meer dan veel misschien denken). Het aantal kinderen met een “label” is door de snel veranderende en prikkelvolle samenleving explosief gestegen. Maar tussen die labels is heel veel overlap.

Veel vrijheid tegelijkertijd veel druk, maar ook niet echt meegekregen ergens voor te strijden/moeite te doen

Overeenkomsten stoornissen
Enkele voorbeelden zijn ADHD, ADD, autisme en hooggevoeligheid. Allemaal hebben ze eigenlijk te maken met het vermogen om interne en externe prikkels te verwerken, alleen wordt dat op een andere manier gedaan. Eigenlijk vind ik ‘stoornis’ en kut woord, dus vanaf nu noem ik het ‘deviatie’ (totdat ik een beter woord heb gevonden). Wat opvalt, is dat mensen met deze deviaties vaak gelijke eigenschappen hebben. Zo zijn ze over het algemeen creatief, energiek (of juist compleet uitgeput), gauw afgeleid (of juist in hyperfocus), piekeraars, fantasierijk en visueel ingesteld. Hebben ze een goed/scherp/bijzonder gevoel voor humor, veel gedachten, moeite met op tijd komen en ontspannen, last van stemmingswisselingen, de neiging zich terug te trekken, nemen ze dingen erg serieus en kunnen volledig ergens in opgaan (‘hyperfocus’). Ook zijn deze mensen over het algemeen slimmer dan gemiddeld (bij autisme in de vorm van asperger) en hebben ze vaker te maken met pesterijen of afkeuring, omdat men hen niet begrijpt. Doordat deze deviaties zoveel overlap hebben, is het doorgaans lastig om de juiste diagnose te stellen. Soms is één diagnose niet toereikend, vanwege een combinatie van factoren waar iemand last van heeft. Gelukkig zijn er enkele algemene “oplossingen” waar ieder baat bij kan hebben. Als één deviatie eruit springt, is het echter wel van belang dat er de juiste en gespecialiseerde hulp gegeven wordt.

Verschil HSP en Autisme
Bij autisme en hooggevoeligheid komt de sensitiviteit verschillend tot uiting: HSP’ers (hoog sensitieve personen) zijn uitermate empathisch en invoelend, terwijl autisten dit júist moeilijk vinden. Persoonlijk denk ik (en dat zal vast ook onderzocht zijn) dat autisten nóg gevoeliger zijn dan HSP’ers. Door hun extreme gevoeligheid en onvermogen om hier goed mee te dealen, hebben ze waarschijnlijk een soort aangeboren beschermlaag/muur om zich heen, waardoor ze naar binnen gekeerd zijn en niet goed weten hoe een ander werkt/wat er in andermans hoofd omgaat. Eigenlijk een uit de hand gelopen gevoeligheid, waardoor ze niet meer in staat zijn adequaat te reageren en kil/bot kunnen overkomen, omdat er anders kortsluiting ontstaat.
Hoogbegaafden kunnen zich ook op deze manier gedragen, alleen kiezen zij er dan meestal zelf voor zich niet open te stellen, omdat ze bang zijn anders afgekeurd te worden of de voorkeur geven zich op cognitief vlak te ontwikkelen (Psychologisch Bureau Idee). Bij autisten ligt dit anders. Hen kost het vaak zó veel moeite om andermans en hun eigen gevoelens te begrijpen, dat ze dáár overpikkeld en vermoeid van raken. Ze moeten namelijk hun verstand gebruiken om zich toch enigszins “normaal” (naar de norm) te gedragen. Daarnaast komen alle prikkels bij hun in een bak binnen en is het moeilijk voor ze hier onderscheid tussen te maken (Autsider.net). HSP’ers raken juist overprikkeld en vermoeid door hun vermogen anderen extreem góéd aan te voelen, alles als een spons in zich op te nemen en ieder detail te zien. Beide willen het graag goed doen in contact met anderen.

autisme: afgeleid geluiden, overweldigd andere zintuigelijke prikkelijken, begrijpt niet wat verwacht, probeert aa nte passen, lastig gevoelens ander omgaa nen eigen gevoelens benoemen. Graag alleen, veilige gestructureerde en vertrouwde omgeving. // HSP: voelt feilloos wat voor sfeer er hangt, voelt zonder dat ander wat zegt hoe die zicht voelt, voelen zich erg verantwoordlijk en nemen vaak gevoel over. Eigen emoties intens beleefd, afgeleid door gevoel bijvoorbeeld honger. Ook afleiding overweldiging zintuigen. Nemen alle subtiele singale op, die anderen niet eenso pmerken. Niet veel veranderingen of dukr op hen uitgeoefend. rust en regelmaat. // Niet tegen gestoord of veel dingen teegleijk verlangd, vooral onder tijdsdruk of op vingers gekeken. Houde nvan diepgang, piekeren, creatief/speicifieke interesse, veel tijd zichzelf nodig, rust vertrouwen. // HSP merkt nuances op, doorzien mensen, inlevingsvermogen; autisme niets non verbaal, alles letterlijk, vee lbezig zichzelf redden in sociale sitautie ipv emoties anderen. Voelt extreem goed aan en neemt over; autisme onvermoegen aanvoelen, waardoor alles beredeneren hoe best reageren. HSP: spons opzuigen; autisme komt allee in een bakweetn iet wat belangirjk en wat onbelangrijk.

https://hoogsensitief.nl/autistisch-of-hoogsensitief/
https://mandyverleijsdonk.wordpress.com/2017/11/26/wat-is-het-verschil-tussen-hsp-en-ass/

Verschil HSP en ADHD/ADD
Tussen ADHD en hooggevoeligheid is het grote verschil wederom de uiting van omgang met prikkels. ADHD’ers zijn typische ‘eerst doen, dan denken’-ers, terwijl hooggevoeligen júist enorme denkers zijn en erg voorzichtig. Iemand met ADHD heeft moeite met details en ontspannen, wil alles tegelijk, hopt van de ene naar de andere activiteit en praat veel, terwijl HSP’ers of mensen met ADD een sterk oog voor detail (en schoonheid van kleine dingen als beestjes en bloemen) hebben en een rijke innerlijke beleefwereld die zich eerder uit in dromerigheid, dan in onbeweegelijkheid of veel praten. Zij komen dan ook tot rust in rustige en stille omgeving, terwijl iemand met ADHD eeuwige onrust in zich heeft. Verder heeft een ADD’er het nodig gemotiveerd te worden, ze vinden het, net als ADHD’ers, moeilijk hun aandacht bij oninteressante zaken te houden. Ook autisten kunnen hier last van hebben.
Kort gezegd kan gesteld worden, dat ADHD’ers hyperactief en impulsief worden van veel prikkels. Dit uiten ze naar buiten. Ze zijn rusteloos en kunnen moeilijk de focus vinden. ADD’ers trekken zich terug. Ze zijn afwezig, onoplettend en vergeetachtig, en dromen vaak. Bij autisten kenmerkt hun onvermogen om goed met prikkels om te gaan. Ze vinden het lastig op sociaal vlak, zijn vaak erg in zichzelf gekeerd en kunnen zich helemaal verliezen in een bezigheid. Bij HSP’ers staan de zintuigen wijd open. Elk detail, iedere lichaamhouding, emotie, een geluid, fel licht… Alles komt bij hen binnen. Ze zijn een spons van hun omgeving. En daardoor vaak uitgeput en emotioneel.

Specifiek voor Hooggevoeligheid
Verder is het kenmerkend voor hooggevoeligen dat ze heel erg met anderen bezig zijn. Ze willen graag leuk gevonden worden en goed voor anderen zorgen. Mensen met autisme, hoogbegaafdheid, ADHD en ADD kunnen dit ook hebben, maar zijn over het algemeen toch wat meer met zichzelf bezig. Een HSP’er kan makkelijk leeglopen op zijn of haar omgeving. Gesprekken, en conclusies daarover, blijven bijvoorbeeld door het hoofd spoken en ze blijven lang in situaties hangen, terwijl een ander die allang vergeten is. Van een bepaalde “bijklank”(bijvoorbeeld streng, boos of geïrriteerd) raakt hij of zij snel overstuur of schrikt ervan. Dit kan ervoor zorgen dat ze erg gaan pleasen, aan zichzelf twijfelen, zich snel gekwetst voelen of tussen mensen gaan bemiddelen, omdat ze iedereen te vriend willen houden en de harmonie willen bewaren.
Daarnaast hebben hooggevoeligen het vaak nodig bij te komen van drukte (voor de een is dit het lopen in een winkelstraat; voor de ander aanwezig zijn op een groot festival; voor sommigen is dit überhaupt te veel) en zich terug te trekken om dingen te verwerken. Alles komt zo intens binnen (emoties, zintuigelijke prikkelingen (fel licht, harde geluiden, intense geuren, smaken…) en hun eigen innerlijke leven), dat het gauw overstroomt als ze niet meermaals per dag even de tijd nemen om hun “accu” op te laden door te reflecteren en in stilte te zijn. Dit is ook de reden dat veel HSP’ers vroeg of laat tegen een burn-out aanlopen, omdat ze hun eigen grenzen niet (willen) kennen. Ze nemen te weinig tijd voor zichzelf en zeggen op te veel dingen ‘ja’, omdat ze het graag goed (voor anderen) willen doen.
Als gevolg van al die prikkels zijn ze gauw uit balans, overspannen, vermoeid en emotioneel. Dit kan leiden tot concentratieverlies, irritatie en “dramatiek”. Veel HSP’ers hebben ook last van stemmingswisselingen, omdat ze emoties van anderen overnemen of hun eigen emoties heel sterk ervaren. Daarnaast pikken ze zó veel op, dat ze moeite kunnen hebben een verhaal of uitleg snel te volgen of te multitasken, waardoor ze niet gelijk een respons kunnen geven. Pas als er tijd is voor reflectie en focus komt hun intelligentie tot uiting. HSP’ers hebben, door de hoeveel informatie die ze in zich opnemen, echter vaak ook een beter geheugen en zijn goed in verbanden leggen.
Ten slotte hebben mensen met hooggevoeligheid een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en hun intuïtie. HSP’ers kunnen net als autisten kil overkomen, maar dat is dan meestal het geval omdat ze zich afgesloten hebben voor anderen ter zelfbescherming.

TOEVOEGEN: niet op vingers kijken, Open, puur

Hooggevoelig en Wilskrachtig (‘High Sensation Seeker’)
Er is nog een ander type hooggevoeligheid: extraverte hooggevoeligheid, of ‘High Sensation Seeker‘. Een ‘high sensation seeker’ heeft dezelfde kenmerken als een HSP’er (is gevoelig voor sfeer, intonatie, emotie (en weet daardoor niet altijd weet wat van zichzelf is en wat van een ander), inlevend, angstig/voorzichtig, een twijfelaar, piekeraar, gauw moe/uitgeblust, teruggetrokken/op de achtergrond en onzeker), maar óók een ongelofelijke rebel die alles zelf wil bepalen, erg aanwezig is, enthousiast, energiek, nieuwsgierig, op zoek naar spanning, avontuur en grenzen, ondernemend, ongeduldig, snel verveeld, strijdlustig, dwars (als ergens geen plezier aan heeft of niet goed gaat), driftig, wilskrachtig, eigenwijs/eigenzinnig, verbaal sterk, een doorzetter, druktemaker en iemand die goed weet wat die (niet) wil. Zoals je kunt zien, lopen de karaktertrekken van iemand met dit soort gevoeligheid enorm uiteen: de eerste staan haaks op de tweede en dat maakt het ontzettend verwarrend voor iemand om zichzelf, of voor een ander om diegene, te begrijpen en leidt vaak ook, nog sterker dan bij een ‘gewone’ HSP’er, tot flinke stemmingswisselingen.
Ikzelf herken me hier ontzettend in en dat doet iets, want waar ik het ene moment nog zo zacht, lief, kwetsbaar, empathisch en op mezelf kan zijn, ben ik het andere moment hard, fel, druk, direct en aanwezig, en die twee kanten zijn soms lastig te verenigen. Het heeft ook iets moois, vind ik. Dat ik het ene moment omringd door mensen en drukte ben, druk dansend op reggaetonmuziek en daar zó van kan genieten, en het andere moment rustig voor me uit zit te staren over het water. Voor anderen lijkt het soms een persoonswisseling, terwijl het voor mij prima werkt, míts ik tijdig aanvoel wat ik nodig heb.

Ik weet nog van de middelbare school, mijn pubertijd, hoe ik constant een smoes zocht om met een vriendin de klas uit te sneaken, op de gang liep te schreeuwen en herrie te trappen, vaak op het matje werd geroepen bij de conciërge of de klas uitgestuurd, omdat ik te brutaal of veel aan het tetteren was, en ik niets aannam wat mijn ouders zeiden: ‘Hoezo hadden zij iets over mij te zeggen? We zijn toch gelijk!’ Na een conflict keerde ik ze óf de rug toe of ik zocht toch weer gauw toenadering, omdat ik niet tegen de strijd kon die ik zelf opzocht. Ik was bang voor de spanning en had bevestiging nodig dat het weer goed zat tussen ons. Ik was vrij veel op mezelf en hield niet erg van logeerpartijtjes of mijn vakanties volproppen. Maar er is ook een zomer geweest dat ik met anderen op het strand te vinden geweest, of op de Friese meren aan het varen. En ik moet zeggen: dat was de meest, langdurige, fantastische tijd van mijn leven. Uitbundigheid en omringd zijn door mensen voedt me ook. Evenals die zomer dat ik in een druk studentenhuis met 14 anderen woonde (waar ik wel een hele zolderkamer voor mezelf had: heel fijn!), er altijd wel iemand thuis was om te chillen en ik met de UIT vier nachten achter elkaar naast ons huis uitging: fántastisch. ’s Ochtends lekker de krant lezen in de hangmat in de tuin (waar vaak niemand was), overdag dansen, zingen en tekenen op mijn kamer, door het park lopen en sporten. Dat was mogelijk, omdat beide opties in handbereik waren, en dat was fijn: het gevoel van keuze. Ik voel nu haarfijn aan wanneer het genoeg is en ik op mezelf wil zijn. Wanneer ik rust nodig heb. En dat is steeds sneller en vaker. Maar hoe beter ik daarnaar luister, hoe eerder ik ook weer het gezelschap aankan.

– MIJ, eerste helft 2017

Dit artikel is geschreven op basis van eigen ervaring, ooit gelezen artikelen, genoemde bronnen en sites:
http://www.hoogbegaafd-idee.nl/hoogbegaafd/hb-aanverwant.html
http://gevoeligheidgrootbrengen.nl/welk-gedrag-kenmerkend-hooggevoelig-strong-willed-kind/

20181121_115528.jpg