Symptomen en Oplossingen

Burn-out factoren
Misschien kun je, na het lezen van de artikelen over hooggevoeligheid en misofonie, begrijpen dat hooggevoeligen nogal eens te maken krijgen met een burn-out, sneller dan de gemiddelde mens. En dat zo’n burn-out vaak niet iets van korte duur is, maar soms jaren van herstel nodig heeft en makkelijker terugkeert. De kans hierop, en intensiteit hiervan, is o.a. afhankelijk van omgevingsfactoren, karakter/aanleg en de manier hoe ermee ‘gedeald’ wordt. Ik ben in een relatief veilige en liefdevolle omgeving opgeroeid, maar bepaalde (afwijzende/afkeurende/wisselende) gedragingen van belangrijke mensen om mij heen (ouders, klasgenootjes…) hebben toch een enorme impact op mij gehad door mijn extreem gevoelige en angstige aard. In plaats van me even rot te voelen en het weer te vergeten, sleep ik het jaren later nog mee, waardoor (in andermans ogen) milde uitspraken heftige reacties bij mij teweeg kunnen brengen. Om hiermee, en met alle prikkels, te dealen, ben ik gaan dwangen, controleren en bouwde ik (zoals velen) een muur om me heen. Dit leidde tot heftige stemmingswisselingen (stress vs. somberte), een hoop verdriet, boosheid en frustratie. Daarnaast ging ik keihard buffelen om aan mijn eigen en andermans verwachtingen en eisen te voldoen, kon ik, voor mijn gevoel, weinig op het begrip van mijn omgeving rekenen en ben ik naast gevoelig ook nog eens onwijs ambitieus en wilskrachtig. Al die factoren samen resulteerde bij mij in een burn-out.

Burn-out en omgeving
Het moeilijke aan een burn-out is dat het leven om je heen gewoon doorgaat en anderen, helemaal op jonge leeftijd, vaak geen idee hebben. Zo hoorde ik eens een huisgenoot met vriendinnen over een gemeenschappelijke vriendin praten. Die meid was altijd maar aan ’t werk en haar leven gíng immer over werk. Ze had niet eens tijd in de pauze om een sigaretje roken, vergat kaartjes naar anderen te sturen, terwijl ze altijd zo attent en geïnteresseerd was, en trok zich steeds meer terug uit sociale aangelegenheden. Voor mij was het duidelijk: een burn-out in ontwikkeling. Maar die vriendinnen zagen dat niet. Ze vonden het sneu voor d’r en realiseerden dat het kind waarschijnlijk geen ruimte in haar hoofd had. Maar daar hield het begrip op. Ze was, volgens hen, vooral een egoïst en asociaal: ‘We leven in een maatschappij van een tien op je werk, een tien op je sociale leven. Dat geldt voor íedereen, en zij kunnen dat. Dus hoezo zij niet?’ Mijn hart begon sneller te kloppen; mijn lijf te trillen. Omdat jullie het misschien wél handelen mét stress, uitputting én plezier, maar zij handelt het níét. Zij is misschien wel gevoeliger dan jullie, maar de verwachtingen zijn sowieso absurd. Voor iedereen. We leggen onszelf en anderen veel te veel op, wíllen veelste veel en kunnen vaak geen ‘nee’ zeggen. We streven immer naar meer, in plaats van vrede te hebben met NU, en dankbaar te zijn. Vroeger was dat wel anders: toen was het leven veel kleiner, overzichtelijker. Had je niet al die prikkels en keuzes, maar was je meer overgeleverd aan je “lot”.

Burn-out symptomen
Het deed me pijn het verhaal te horen. Dat die vriendinnen niets tegen haar durfden te zeggen. Haar asociaal vonden. Dat ze íéts doorhadden, was al winst. Maar in plaats van zich af te vragen waarom of te accepteren, oordeelden ze over haar als zijnde asociaal. Hoe gemeen! Wat heb ik een spijt dat ik me verloor in school, me liet opvreten door mij omgeving. Het plezier verloor en mezelf verloor in onbelangrijke bezigheden die zo belangrijk leken. Wat had ik graag vriendinnen gehad die het op tijd zagen en mij erop aanspraken. Maar zo ging het niet. Zelfs al was het eind de vijfde overduidelijk voor mij en mijn ouders dat ik tegen mijn grenzen aanliep, het jaar daarna trapte ik het gaspedaal nog extra zo hard in. Ik kon er níéts bij hebben: elk klein dingetje was te veel. Er moest maar iets gebeuren of gezegd worden of ik ontplofte of barstte in een huilen uit. Ik voelde me steeds opgejaagder, uitgeputter, incompetenter, sneller afgeleid en daarmee machtelozer. Het ratelde maar in mijn hoofd door, achting van mijn lijf en het leven om me heen had ik niet meer. In plaats daarvan was ik immer aan het zorgen, piekeren, twijfelen, uitstellen en had ik steeds minder zin in dingen: genieten deed ik zelden. Dat alles uitte zich ook fysiek: hartkloppingen, hyperventilatie, slapeloosheid, pijn in mijn nek, hoofd, rug…

Oplossingen

Bewustwording en grenzen stellen
Uiteindelijk heb ik, met veel moeite, mijn vwo in één keer gehaald. Een oase van rust lag voor me, met “de grote vakantie”… dacht ik. Maar het heeft drie jaar geduurd om redelijk uit het dal te klimmen. En dan alsnog waren er dagen of periodes van hevige overspanning of depressiviteit. De állergrootste en belangrijkste verandering in mijn leven? Bewustwording. Bewustwording van mijn lijf, gedachten en behoeften. Het zorgt ervoor dat je terugkeert in het moment: ‘Hoe voel ik me?’ ‘Wat heb ik nodig?’ Dat je aanvoelt wanneer het genoeg is. Tijdens een burn-out is het gevoel vaak uitgeschakeld, je loopt jezelf én het heden daardoor voorbij. Soms is het nodig even stil(te) te staan, zijn of horen om een keuze te kunnen maken of uit de tredmolen van het dagelijks leven te stappen. Ik kan dat niet terwijl ik fiets en de drang is bij mij soms groot, zelfs al ben ik op een lastige plek, dan ga ik maar om een hoekje van een straat staan.
Dit kan tot verwarrende blikken (van bekenden) leiden, en ongemak bij mij, want wat moet ik zeggen? ‘Ik was even aan het denken?’ Of: ‘Ik was even aan het luisteren naar de stilte?’ Zoals die huisgenoot en haar vriendinnen snappen veel dat niet. Al zit ik één dag niet op WhatsApp, dan word ik soms bestookt middels Facebook, mail, sms én telefoon door één persoon, en denk ik: ‘De reden waarom ik niet reageer, is omdat ik even rúst wil, maar dit maakt het nu alleen maar erger!’ En weet je, in zulk soort gevallen: heb schijt! Leg het beknopt uit, maar heb daarna gewoon schijt. Het ontdekken en aangeven van je grenzen en behoeften is essentieel. Want dat is precies waar het misgaat bij een burn-out. Strijd daar dan ook voor! Je hoeft niet mee te doen in die belachelijke 24-uurs economie. Leer jezelf uitzetten en ga na wat écht moet. Of de dingen die je van jezelf of anderen vraagt (of zij aan jou vragen) wel realistisch zijn. Doe dit heel bewust, want je kunt ook in een vermijdmodus (uit angst dat het te veel wordt) raken. Stel jezelf de vragen: ‘Ben ik nu eerlijk naar mezelf én kan ik het echt niet? Of vermijd ik nu iets wat me juist ook verder kan helpen als ik me er even toezet?’ ‘Vreet het slechts energie óf kan het me ook energie geven?’ Vooral in de eerste periode zul je echter eerder doorslaan dan vermijden. Grenzen trekken maakt je beperkter, maar ook rustiger: je zorgt beter voor jezelf en ontsnapt aan het kookpunt. Heb je grenzen leren trekken en rust leren nemen? Dan is de volgende stap die weer langzaam op te rekken. Stap voor stap.

Jij en je omgeving
Voordat je je zo bewust bent van alles, gaat er wel even een tijd over. En dan is het nog de uitdaging om naar dat bewustzijn te handelen: verander ik of accepteer ik? Zo voelde ik tijdens de skivakantie met mijn vader en broers hoe het constant omgeven worden door hen en anderen me soms te veel werd. Dan ging ik even alleen in een liftje zitten en luisterde ik naar de vogeltjes om me heen. Of ging ik tijdens de lunch apart op een stoeltje zitten met muziek in. In het begin leidde zulk soort acties van mij tot onbegrip en scheve blikken van mijn omgeving. Ik heb meer en moeilijkere behoeften dan gemiddeld, ben me daar bewust van én durf ze te uiten, daardoor vallen ze ook extra op. Maar naarmate de tijd vorderde, wenden ze eraan en gaven ze mij die ruimte. Voor hen had het immers ook een positieve uitwerking: ik was een kookpunt voor en daardoor gezelliger.
Die ruimte en dat begrip en vertrouwen dat ik van mijn omgeving kreeg, heeft mij ontzettend geholpen. Wat ben ik blij met al die mensen die hun verwachtingen jegens mij bijgeschaafd hebben, mij m’n gang lieten gaan, het niet erg vonden als ik wat later was, omdat ik nog even m’n rust nodig had. HSP’ers kunnen er moeilijk tegen als ze op hun vingers gekeken worden: ze krijgen dan het gevoel iets niet goed te doen en dat geeft stress en druk. Het is dan ook belangrijk dat ze de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en aan iets over te geven, waardoor hun kwaliteiten tot uiting kunnen komen. Ook geduld en vertrouwen zijn belangrijk. Door hun enorme verantwoordelijkheidsgevoel zullen ze daar niet gauw misbruik maken. Het is dus beter om vriendelijk en mild te zijn dan streng te straffen. Verwijten en oordelen zullen alleen maar averechts werken.

Eerst accepteren, dan pas veranderen
Maar het begint wel bij jezelf: dat je zelf leert wat je nodig hebt, dat durft te uiten of aan te geven en die ruimte ook pakt. Radicaal veranderen hoeft niet. Het gaat om terugkeren naar jezelf, de essentie van het leven, je basisbehoeften en waarden. Wat tegenwoordig vaak gebeurd, nadat mensen ten prooi zijn gevallen aan overbelasting, is het over een tótaal andere boeg gooien (denken ze). Het gaat allemaal rigoureus via een duur detoxprogramma waarin de hele dag gezeten, gepraat, geshaked en gesport wordt op een luxe resort aan de andere kant van de wereld. Ik denk eerlijk gezegd dat mensen dan weer in dezelfde valkuil trappen als daarvoor: in plaats van het maximale uit hun werk te halen, willen ze het maximale uit hun herstel halen en leven ze eigenlijk op dezelfde manier door. Ze nemen niet de tijd écht tot inkeer te komen, een stap terug te doen en de kern van het probleem aan te pakken (die burn-out is vaak gerelateerd aan dieper liggende problemen). Ze willen een ‘quick fix’ en zo snel mogelijk weer verder in de ratrace. Hun lichaam economisch nuttig maken, waardoor ontspannen presteren wordt: ‘Ik wil naar yoga. Waarom? Omdat ik gestresst ben. Als ik yoga doe, heb ik minder stress, waardoor ik beter slaap. Als ik niet goed slaap, kan ik morgen niet goed werken en dan…’ (Bregje Hofstede). Er zit altijd een doel achter. Dit hoeft niet slecht te zijn, want goed slapen is belangrijk en ontspanning kan daarvoor helpen. Maar door die keten aan doelen, zit er wel weer druk achter en zal het vroeg of laat de kop kosten.
Het is vooral belangrijk dat je je overgeeft. Dat je dealt met de situatie, hem accepteert. En dat kan lastig zijn, zeker wanneer je gewend was 50 uur per week van hot naar her te rennen en dan plots niet eens meer een kopje in de vaatwasser te kunnen zetten… Een verschrikkelijk machteloos gevoel geeft dat, niet kunnen maar zo graag willen, helemaal wanneer je ambitieus, perfectionistisch en gedreven bent. Toch is accepteren, na bewustwording, de belangrijkste sleutel naar herstel. We willen tegenwoordig veel te veel. Denken dat vroeger alles beter was, terwijl voor de gemiddelde mens (in het westen) stress over genoeg eten, onderdak of veiligheid volledig ontbreekt: het meeste hebben we, maar we zien het niet meer, omdat we onszelf van alles opleggen en immer naar ‘meer’ of ‘beter’ streven.
Dat is niet per se slecht, als je ook maar ziet wat je wél hebt en de essentiële zaken in het leven (familie, vrienden, rust, natuur, structuur, goede en gevarieerde voeding, beweging…) niet uit het oog verliest. Dat je leert een balans te vinden tussen dingen moeten/doorzetten/uitdaging en mogen/ontspannen/alledaagsheid. Pas toen ik bewustzijn gecreëerd had, liever naar mezelf was én eindelijk accepteerde dat ik niet altijd kon wat ik wilde en er dingen in de omgeving zijn die je niet kunt veranderen, en dat heeft misschien wel twee jaar geduurd (en achtervolgde me later weer), was er ruimte voor zowel verandering als rust.

Rust(momenten)
Rust is essentieel, op ieder moment van de dag. Even een stukje lopen, op een bankje zitten en luisteren naar de vogeltjes of de dag beginnen en afsluiten met yoga. Het hoeft niet lang te duren. Soms zijn vijf minuten al genoeg, maar het gaat erom dat je even bij jezelf terugkeert, dingen (al die informatie en prikkels!) laat bezinken en uit je hoofd gaat. Ik ben er echt goed in geworden: voel haarfijn aan wanneer ik iets nodig heb en wat. Maar doe het maar. In het begin zien veel mensen het als verloren tijd. Want terwijl iedereen om je heen doorgaat, zit jij daar vijf minuten op de grond te “niksen”. Weinig mensen denken heel bewust over zulk soort dingen na, gaan gewoon mee met de stroom of wat ze gewend zijn te doen en ploffen daardoor ’s avonds uitgeteld op de bank, krijgen slaapproblemen of storten ineens in. Niksen, in onze maatschappij, staat eigenlijk gelijk aan tijdsverspilling of uitstel van iets wat we “zouden moeten doen”. Maar we vergeten dat het een enorme weldaad voor de geest is. Als ik tussentijds en na college door het park loop, vraag ik me af waar alle jongeren zijn: ‘Ben ik nou het enige jonge burgertrutje dat hier een parkwandeling maakt? Weet wat je mist! De rust, vogeltjes, het groen…’ Mij laadt het in ieder geval op. Het zorgt ervoor dat ik weer klaar ben voor sociaal contact of om iets af te maken (ja, dus voor iets nuttigs, maar óók voor gemoedsrust en omdat ik het fijn vind) en op het eind van de dag om ontspannen naar bed te kunnen gaan en daardoor beter te slapen. Laat de leegte dus zo nu en dan ook leeg: vul hem niet gelijk in!

Afsluiten en continueren
Daarnaast kunnen, voor alle genoemde ‘deviaties’, structuur en ritme helpen om rust in het leven te brengen. Ik ben niet per se iemand die zich vastklampt aan bepaalde rituelen als altijd hetzelfde eten op hetzelfde tijdstip of ieder jaar naar dezelfde camping op vakantie gaan: ik houd júíst ook van verandering, en dat kan ook goed zijn: het zorgt voor avontuur, uitdaging, nieuwe prikkels en inspiratie. Daarmee voorkom je ook dat de balans de andere kant uitslaat, namelijk richting een ‘bore-out’ (Christiaan Vinkers). Maar daarbij heb ik gemerkt hoe een grotere verandering mij volledig kan ontregelen en hoe overspannen of overprikkeld ik daarvan kan raken. Een voorbeeld is de overgang van drie tussenjaren naar een studie (die gepaard ging met een verhuizing, wegvallen van sociaal leven binnenshuis, geen zicht op een toekomstige kamer en slaapproblemen). Maar ook van een jaar lang studeren naar de zomervakantie (die gepaard ging met het vertrek van mijn huisgenoot en wegvallen van sociaal leven buitenshuis, waardoor er twee lege gaten ontstonden). Bij beide veranderingen stond ik helemaal niet écht stil. Ik was vooral bezig met zo snel mogelijk verder gaan en me in het nieuwe leven storten (in het eerste geval naar colleges gaan en studeren; in het tweede getal werk plannen en van alles oppakken waar ik eindelijk tijd voor had), misschien wel iets waaraan ik gewend ben geraakt in al die jaren van kamerhoppen. Dan was het zo snel mogelijk aanpassen aan de nieuwe situatie. Veel moeite kostte dat niet als ik van m’n ouders kwam, daar veranderde immers nooit iets, maar des te meer als ik van de ene kamer gelijk door naar de ander ging. Ondertussen zat ik met m’n hoofd vaak nog in het oude, wat ik zo miste. Ik wilde dat leven gewoon terug, omarmde het nieuwe niet.
Wat ik nodig had, was ruimte. Ruimte voor reflectie en “rouw”, zodat ik het kon afsluiten. Iets wat ik ook deed vlak nadat ik ging studeren en naar Nicaragua afreisde: schrijven voor verwerking en bezinking. En ruimte om rustig uit te zoeken en te ervaren hoe ik mijn nieuwe leven kon vormgeven. Eigenlijk wat ik altijd in het klein doe, na een college of dag waarop veel is gebeurd: even bij mezelf terugkeren, de dingen als een filmrolletje in mijn hoofd afspelen, en weer verder gaan. Of nadat ik gerust/gelegen heb: even kort mediteren en stretchen, een stuk (stevig door) wandelen, en weer verder gaan. En als ik vanuit de ene omgeving (buitenland of thuisstad) de andere (thuisland of ouders) in ga: (onderweg) afscheid nemen/afsluiten, ter plekke landen/acclimatiseren, en weer verder gaan. Een soort ‘cooling down’ van het voorafgaande (verleden) en warming-up voor wat komen gaat (de toekomst), zodat ik weer hernieuwde energie heb om mijn weg en leven te vervolgen.

Labels
Eigenlijk gaat dit hele stuk over twee termen die steeds “populairder” worden: ‘burn-out’ en ‘hooggevoeligheid’. Die labels zijn er niet onterecht: ze geven vaak betekenis aan eerder onbegrijpelijk gedrag. Maar wat mensen ook moeten leren, is dat ze zelf veel aan hun levenswijze en omgeving kunnen veranderen om beter met hun struggles om te gaan. Als de problemen dan nog niet verminderen, kan een pilletje natuurlijk fijn zijn om het dragelijker te maken. Maar volgens mij, en velen met mij, worden er tegenwoordig te veel onnodige diagnoses gesteld, waardoor mensen passief gaan afwachten tot het opgelost wórdt in plaats van eerst bij zichzelf en hun omgeving te rade te gaan. Daardoor leren ze nooit zich aan te passen en duiken ze al gauw in een slachtofferrol: ‘Ja, dat komt omdat ik zo gevoelig ben.’ Of ‘Maar ik heb ADHD, dus ik kan er niks aan doen.’ Tuurlijk kan het fijn zijn te weten waar je last van hebt, dat haalt ook een last van de schouders, zorgt voor begrip en herkenning. Maar schuif niet onnodig álles erop af, neem ook zelf verantwoordelijkheid voor dingen. Naarmate je ouder wordt nemen de klachten vaak af, omdat je een manier vindt ermee om te gaan of door veranderingen in de hormoonhuishouding het makkelijker wordt ermee om te gaan. Houdt dit in je achterhoofd en vindt een weg tussen zelf er wat aan doen en hulp vragen: het moet ook niet zo zijn dat je hulp uit de weggaat, omdat je vindt dat je het hélemaal zelf moet oplossen. Alles gaat om de juiste balans!

– MIJ, zomer 2017

P.S. Blogs met praktische tips in een handig overzicht kun je ook op deze site vinden! O.a. deze: https://annamiekera2.wordpress.com/2015/09/15/12-tips-voor-de-invulling-van-een-zinvol-en-evenwichtig-leven/
P.P.S. Andere “benaderingen” die bijdragen aan beter omgang met verlies of verandering zijn: zelfcompassie (warm/begripvol/mild naar jezelf), zelfwaardering (bewust van je talenten), optimisme/dankbaarheid (waardering van het leven en de dingen die je hebt), hoop (denken in mogelijkheden voor de toekomst en ook daadwerkelijk een (haalbaar) doel nastreven), sociale steun en plezier (waar ontleen je dat aan? Stel jezelf iets groots voor om te ondernemen en iets kleins wat je direct kunt doen) (Nele Jacobs).