Zoeken

Open your mind

Bevrijd jezelf uit het doorgeslagen maatschappelijke gedachtegoed waarin (te veel) vrijheid voor het individu, persoonlijk gewin en perfectie centraal staan

Maand

augustus 2015

12 sleutelwoorden voor het positief benaderen van jezelf en je omgeving

Tijd voor een tweede artikel! Zoals gezegd heb ik inmiddels een hoop gelezen, gehoord en ervaren. Bij alles kwam eigenlijk een aantal woorden voor het benaderen van jezelf, anderen en situaties/het leven terug. Het leek me daarom mooi ze op een rijtje te zetten. Mij helpt ’t in elk geval (en ik werk er nog steeds aan)!

  1. Openheid – Benader je omgeving met een open houding/blik, zonder oordelen. Eerder (negatief) gedrag van mensen hóéft niet doorslaggevend te zijn. Sta open voor nieuwe meningen, ervaringen en het moment, zonder dat het je op hoeft te slokken. Laat alles lekker op je afkomen: je kunt niet overal de controle over hebben, en alles invullen en plannen. Verwachtingen leiden vaak alleen maar tot teleurstellingen. Dus vergeet een strakke planning, maak ruimte voor spontaniteit, laat je verrassen en geniet van kleine dingen. Je ziet wel hoe het loopt: geen vooropgezet doel!
    Openheid over jezelf en je gevoelens is ook fijn. Je hoeft niet gelijk alles prijs te geven (dan blijft er weinig te ontdekken over…) en alles op zijn tijd, maar als je elkaar met respect en onderling vertrouwen benaderd, kun je ook open naar elkaar zijn. Een open houding geeft mensen het gevoel, dat naar ze luistert, niet oordeelt en er geen druk, doel of verwachting isDat brengt positiviteit en zo kun je verbinding maken. Ook al zijn zij in eerste instantie negatief of afstandelijk, jij kunt dat ook met jouw houding veranderen!
  2. Nieuwsgierigheid – Wees nieuwsgierig naar jezelf en je omgeving. In plaats van je aan iemand te ergeren kun je denken: ‘Wie is deze mens?’ ‘Waarom doet hij zo?’ en ‘Kan ik iets van hem leren?’ Benader ook jezelf zo, met belangstelling voor de dingen die je doet, denkt of voelt, zonder gelijk te oordelen. Op deze manier kijk je positiever of neutraler tegen dingen aan: je staat er meer open (bovenstaand) voor en laat je minder snel meeslepen door gedachtes, gevoelens, oordelen en overtuigingen. Als je je ergernis naar iemand uit, lach dan om jezelf: ‘Godzakkies, wat ben ik soms ook een tiran, haha.’ Als je moet huilen, probeer je dan eens over je tranen te verwonderen in plaats van je te laten overmannen door verdriet. Het is ook bijzonder dat je die emotie kunt ervaren! Deze open en geïnteresseerde houding wekt vaak sympathie bij anderen op en je kunt zo makkelijker verbinding met hen maken.
  3. Aandacht/bewustzijn – Als je met iets bezig bent, heb daar dan je volledige aandacht bij: focus je op een ding tegelijk en neem er de tijd voor (dat geeft uiteindelijk een bevredigender gevoel dan continu switchen tussen dingen die geen verband houden + geduld is een schone zaak! gun jezelf en anderen de tijd: niet alles kan snel en meteen goed, sommige dingen komen wel en soms hebben ze de tijd nodig om te landen, omdat het mentaal en praktisch een enorme omslag is: heb daar begrip voor en neem ruimte voor speling en eventuele tegenvallers). Lukt dat niet: stel dan prioriteiten. Wat moet eerst? Wat kan wachten? Wat kan ik gelijk afhandelen zodat het uit mijn hoofd is en ik me weer kan concentreren op waar ik mee bezig was (en het niet meer energie slurpt)? Keer meermaals per dag bij jezelf terug om te voelen wat je nodig hebt en hoe het met je gaat. Zo stap je bewust even uit de haast/automatische piloot van alledag. Kies dus! Dat geeft rust.
    Als je naar iemand luistert, luister dan écht (niet ondertussen berichtjes op je telefoon sturen of halverwege afdwalen, omdat je liever zelf iets wilt vertellen. Of met ongevraagde adviezen komen/een bepaalde richting uit willen: je bent geen hulpverlener/therapeut! Ook al is het vaak goed bedoeld en zijn we ertoe geneigd, hierdoor maak je iets jóúw wereld, terwijl het (nu) om de ander gaat. Stel objectieve vragen, dan geef je de ander het gevoel écht te luisteren en hem/haar écht te horen). Als je eet, doe dat dan bewust. Voel de structuur van het eten, proef, zie de kleuren en snuif de geur op. Als je loopt, heb dan acht op elke stap die je zet. Concentreer je op je ademhaling en kijk om je heen: wat zie, hoor, voel, ruik je? Laat je niet afleiden door andere dingen dan waar je op dat moment mee bezig bent (ook geen telefoongebruik in het verkeer!). Gedachten kun je kort erkennen door ‘denken’, ‘oordelen’ of ‘bedankt, hoofd!’ te zeggen (uit: ‘De Valstrik van het Geluk’), mensen kun je vragen even te wachten en als het echt niet kan, handel dan hetgeen in de weg zit af óf accepteer de situatie en focus je weer op waar je mee bezig was.
  4. Respect – Heb respect voor je medemens en omgeving. Realiseer je dat ze net als jij een wereld op zich zijn en ook liefde nodig hebben. Dat was je in eerste instantie ziet, maar een klein percentage is van wie iemand daadwerkelijk is. Dat iedereen onzeker, kwetsbaar en angstig is, en nare gevoelens en gedachten heeft. Én dat  niemand perfect is. We maken allemaal dingen mee die ons maken tot wie we zijn. Respect betekent niet dat je iedereen aardig moet vinden of nergens wat (op een vriendelijke manier) van kan zeggen. Het gaat erom dat je mensen in hun waarde laat, serieus neemt en erkent: ze mogen er zijn. Ook respect voor je omgeving: gooi geen afval op straat, draai niet voor vijf onderbroeken een wasje, zet de kachel en lichten uit als je er niet bent of gaat slapen, probeer eens wat minder vlees te eten (en alleen biologisch vlees) en koop verpakkingloze groenten.
  5. Erkenning – Je hoeft, zoals ik zei, niet iedereen te mogen of het overal mee eens te zijn, maar erken de persoon of zijn mening wel. Geef hem het gevoel, dat je hem hoort of ziet, of het nou klikt of dat je het eens bent of niet. Zelf vind je het waarschijnlijk ook fijn als iemand je mening of je gevoel erkent, ook al denkt hij of zij er anders over. Zo gaat het ook met gedachten en gevoelens: erken dat ze er zijn, dan voelen ze zich gezien en zullen ze vanzelf minder worden of verdwijnen.
  6. Vriendelijkheid/positiviteit – Wil je iemand iets duidelijk maken of ergens wat van zeggen, maar diegene wel in zijn waarde laten (zie ‘4’) en geen afstand of “wrijving” creëren? Dan is het verstandig om het op een vriendelijke manier te doen en diegene op zijn gedrág aan te spreken. Dus niet: ‘Jij bént irritant,’ maar: ‘Wat je dóet, vínd ik irritant.’ Zo toon je respect naar de ander, zonder daarbij je eigen mening te ontgelden. Leg ook niet alleen de nadruk op de fouten/gebreken, maar kijk ook naar de overeenkomsten, wat er wél goed gaat en waarom diegene het doet. En bedenk of het nodig is dat je het zegt of op een bepaalde manier reageert. Wat wil je ermee bereiken? Dient het jou of de ander? Je hoeft niet mee te gaan in iemands negativiteit. Soms moet je maar denken: ‘Relaxxx, lach erom. Hoe erg is het nou?’ Vriendelijkheid die je geeft, krijg je immers vaak terug (reciprociteit!). Het zorgt, naast altruïsme voor positiviteit en klaart de lucht. Al betekent het niet dat je dingen moet gaan opkroppen of wegwuiven: als het voor jou écht belangrijk is, geef er dan gehoor aan: je lichaam geeft je niets voor niets een sein!
    Dit kun je ook op andere gebieden toepassen. Ik raak soms verstrikt in negatieve gedachtencirkeltjes, laat me snel uit het veld slaan als iets niet lukt of tegenzit. Wat helpt, is om ze eens van een afstandje te bekijken en de boel te relativeren: ‘Volgende keer beter!’ ‘Gebeurd is gebeurd!’ Hoe moeilijk en frustrerend dingen soms ook zijn, en ook al is iets niet jouw schuld: je kunt wél zelf kiezen hoe je ermee omgaat! Denk dus in mogelijkheden in plaats van in beperkingen en focus op wat er goed gaat, wat het je wél brengt/heeft gebracht en gun het de tijd!
  7. Eerlijkheid – Eerlijkheid… duurt het langst, maar is waardevol. Uiteraard betekent het niet dat je álles moet zeggen en geen geheimen mag hebben, maar vaak zegt je gevoel wel wanneer iets juist is of niet. Ik voel het gelijk als ik niet eerlijk ben op een moment of bij iemand dat het wel “hoort”. Ik handel dan niet volgens mijn waarden of geweten en dat geeft een knagend/schuld gevoel. Dit gevoel is er niets voor niets: het is fijn om te weten wat je aan iemand hebt en waar je aan toe bent. Het is een signaal voor verandering en helpt relaties in stand te houden (Flow 2016). Je zet jezelf namelijk een spiegel voor, kijkt naar je gedachten en gedrag en neemt hiermee verantwoordelijkheid in plaats van het ergens op af te schuiven (‘Ik kan niet anders, want ik ben zo’). Deel ook je twijfels! Daardoor verdwijnt het nare gevoel en ontstaan er geen misverstanden, wél vertrouwen en creëer je duidelijkheid (‘Wat weet ik/staat vast?’), waardoor je niet in cirkeltjes blijft hangen.
    Vind je het lastig om je grenzen te bewaren? Schiet je gauw in vermijdgedrag of sla je juist snel door? Stel jezelf dan vragen: heb ik écht mijn rust mentaal/fysiek nodig? Of kan ik het wel en helpt het me verder als ik het doe? Waar gaat het me echt om? Moet ik even ergens doorheen, voordat ik er een oordeel over kan geven en omdat het me uiteindelijk ook energie kan geven? Ben ik bereid de ongemakken ervoor te ervaren? Maak ik een keus voor de lange of korte termijn? Wat is het belangrijkst?
  8. Vertrouwen – Hoe fijn is het om te weten dat je op iemand kunt bouwen, omdat hij of zij is te vertrouwen? Staat dat niet ten grondslag van iedere relatie? Vertrouwen leidt, naast fundamentele zaken als een fijn onderkomen, goede nachtrust en zinvolle levensinvulling, namelijk tot veiligheid en zekerheid: twee waarden die men van nature zoekt. Het geeft een stabiele basis aan je leven, en daarmee rust: je bent niet constant energie kwijt aan negatieve gedachten door onzekerheid of wantrouwen.
    Zélfvertrouwen is echter wel een essentieel element voor het kunnen vertrouwen van een ander. Op het moment dat je in jezelf gelooft, zul je minder aan jezelf gaan twijfelen en zekerder zijn van je zaak, waardoor je de ander ook eerder vertrouwt. Door het pad te volgen dat bij jou past en te handelen naar je waarden (de dingen die je belangrijk vindt) zul je merken dat je zelfvertrouwen stijgt. Vertrouw erop, als je doet wat goed voelt en je je intuïtie volgt, belangrijke dingen vanzelf komen. Neem verantwoordelijkheid voor je daden (achter je keuzes staan, omdat je weet dat je op dat moment dacht dat dat de juiste was), dan heb je geen zekerheid en bevestiging van buitenaf nodig.
    Vertrouw daarnaast in het algemeen meer: dat dingen wel loslopen, je niet overal controle over kunt hebben en er altijd iets nieuws aan de horizon is. Laat je niet gelijk uit het veld slaan als iets anders loopt, niet doorgaat of tegenvalt, maar herpak jezelf: er kan ook weer wat positiefs komen!
  9. Liefdevol/mildheid – Ik ben jarenlang zó streng voor mezelf geweest. De ‘interne criticus’ noemt men het ook wel: jezelf voortdurend afkraken, torenhoge verwachtingen en eisen opleggen en bekritiseren. Het is nooit goed en je gaat erdoor over van alles twijfelen. Wees lief tegen jezelf! Het hoeft niet altijd meer of beter: vaak is het al prima zo. Niets en niemand is volmaakt, er bestaat geen ideaal en mensen maken fouten. Vraag je eens af of de dingen die je vanzelf of anderen vraagt wel realistisch zijn, of ze echt moeten en of het commentaar dat je er van een ander of jezelf op krijgt wel realistisch is. Stel, op basis van deze antwoorden, je eisen bij en je verwachtingen (ook naar anderen) naar beneden: als je eenmaal ontspannen met jezelf bent, kun je dat ook naar anderen zijn. Zo kom je veel leuker over en sta je er wat luchtiger in! Daarbij helpt het ook vanuit dat perspectief naar je wensen te kijken: ‘Als ik de nieuwe barbecue en glazen van ‘een bepaald merk’ heb, wordt het een perfecte avond.’ ‘Als we naar Ibiza gaan en daar de beste jacht afhuren, wordt het een topvakantie!’ Maar waar gaat het je nu écht om? Rust? Verbinding? Ontspanning? Gezelligheid? Heb je daar die dingen voor nodig?
    Geef jezelf ook eens een compliment!
     Klinkt achterlijk en misschien zelfs narcistisch. Maar als je altijd kritisch tegen jezelf bent, verdien je dat best. Vanmiddag stond ik voor de spiegel nadat ik een paar uur in bed gelegen had vanwege een korte nacht. Normaal zou ik mezelf vervloeken, omdat ik zo de helft van de dag gemist heb; nu zei ik: ‘Je ziet er mooi uit.’ Dat geeft kracht! Of ik geef mezelf soms een schouderklopje wanneer ik na lang buffelen iets heb afgemaakt.
    Mildheid houdt overigens niet in, dat je er met de pet naar moet gooien, zoals mensen op een gegeven moment bij mij dachten. Ze hadden het idee dat ik laks werd, terwijl ik juist lief voor mezelf was (misschien inderdaad soms iets té, omdat ik bang was dat ik mezelf weer zou overwerken). Ik gunde mezelf meer rust en hoefde minder. Maar ik heb wel gemerkt, dat het goed is mezelf tot dingen te zetten. Houd structuur aan in je leven, ga toch sporten als je (een beetje) moe bent (hoeft niet gelijk “op volle toeren”: sporten kan ook rustig) en blijf het contact opzoeken. Soms moet je wat peper in de reet stoppen! Aan jou om een fijne balans te vinden tussen wat “moet” en mag (en ja, dat is best heel lastig!).
  10. Authenticiteit – Deze is heel belangrijk voor mij. Ik vind het zo mooi als mensen zichzelf zijn (en mij dat ook laten zijn door niet te oordelen of veel te verwachten), zich niet anders voordoen: hun ware ik tonen. Gek, kwetsbaar, eerlijk en oprecht. Niet ineens overdreven doen of een andere mening hebben bij een bepaald gezelschap, omdat ze er anders misschien niet bij zouden horen. Mensen moeten je maar nemen zoals je bent en zo niet: dan niet. Dan zijn ze het ook niet waard. Als je handelt volgens je waarden, hoef je niet bang te zijn voor wie je bent. Het zijn de dingen die jíj belangrijk vindt, die voor jóu goed voelen en waar jíj achterstaat, dus meer hoef je niet te doen.
    Dat mensen je “moeten” nemen zoals je bent, bedoel ik overigens niet dat het soms goed is om je aan te passen aan de omgeving:
    als je altijd zeer op de voorgrond treedt, kun je jezelf best wat temperen, zodat anderen ook de ruimte hebben. Aanpassen wordt pas een “probleem” als je het contact met jezelf erdoor verliest. Het gaat wederom allemaal om een balans! In mijn nieuwe huis pas ik me bijvoorbeeld aan door wat vaker samen te eten, wat zij gezellig vinden, maar soms gewoon met m’n eigen bordje en me na die tijd toch even terug te trekken als zij tv kijken. Zo houd ik én contact met mezelf én contact met mijn huisgenoten.
  11. Dankbaarheid/tevredenheid – Hier heb ik echt wat aan gehad: dankbaar zijn. We lopen allemaal zo rond met een gevoel van schaarste, dat het nooit goed genoeg is. We hebben tekort geslapen, het weer is kut, we zien er niet leuk uit, we hebben stomme dingen gezegd, we moeten “nog zo ver” fietsen, we hebben niks lekkers in huis, we hebben niet gedaan wat we wilden doen, te weinig leuke shirtjes of niet genoeg gepresteerd… Verlangens zijn oké, míts ze je er niet van weerhouden ook te kunnen genieten van het nú door aanhoudend gemis. Wees dankbaar voor de dingen die wél goed gingen die dag en relativeer een beetje: moet alles écht zo goed en móét je alles hebben? Kijk eens naar wát je al hebt! Dat is ook wat waard! Een dak boven je hoofd, schoon water dat uit de kraan komt, een vogel die voor je raam begint te zingen, een goede vriend of familielid, warme dekens en/of een geweldig talent voor touwtje springen. Voor heel veel mensen zijn deze dingen helemaal niet vanzelfsprekend! Koester ze daarom. Kijk elke keer weer naar dingen alsof je ze voor het eerst ziet en realiseer je dan hoe mooi ze zijn (geniet van de kleine dingen!). Verbazingen leiden tot creativiteit, mentale groei, behulpzaamheid, relativatie en men wordt er minder materialistisch en gehaast van 🙂
    Vergelijk jezelf niet met anderen: iedereen heeft dingen waar die bij een ander tegenop kijkt. Accepteer jezelf en het leven, en leef de teleurstellingen. Door te focussen op de gebreken en hiertegen (fysieke en mentale pijn) te vechten, weerhouden we onszelf ervan te genieten. Probeer je omgeving of de omstandigheden niet te veranderen, maar doe het met de mogelijkheden die er zijn: niet wat het ‘zou moeten zijn’ is het probleem, maar het is wat het is (veerkracht)! Door krachten te bundelen, kunnen er juist de mooiste dingen ontstaan. Wees nieuwsgierig naar kwaliteiten van de ander, trots in plaats van jaloers en complimenteer diegene: je zult zien wat voor moois dat (in de meeste gevallen) oplevert!
  12. Onbevangenheid – Ik twijfelde wat ik hier zou plaatsen. Iets met ‘plezier‘, ‘speelsheid’, ‘intuïtie‘ en spontaniteit wilde ik. En bedacht, dat dit eigenlijk allemaal dingen zijn die je als “ongerept kind” doet. Spontaan in de regen dansen, kleien, frutseltjes maken, bouwen, scheppen, schommelen… Dingen die ik graag meer zou doen en die dicht liggen bij hoe ik ben als ik lekker in mijn vel zit: vrolijk, luchtig, speels, open, onbezorgd… Op een bepaalde leeftijd is een stukje volwassenheid en verstandigheid echter ook goed, en vind ik persoonlijk prettig in de omgang, wat kennis over het leven en de wereld: als kind kun je behoorlijke naïef en roekeloos zijn. Toch is het óók mooi om meer terug te gaan naar die onbezonnenheid. Doe eens een dansje op straat, zeg ‘ja!’ tegen spontane ideeën of kansen (wie weet of deze zich nog in “de toekomst” voordoen), ga lekker schommelen, op je buik glijden door de modder of knutselen. Gewoon: doen! Wat heb je te verliezen? Waag een sprong in het diepe. Niet weten wat je te wachten staat. In het moment. En probeer meer te relativeren: ‘Is het allemaal écht zo erg?’ ‘Moet het allemaal écht?’ Schrappen wat er geschrapt kan worden!

– MIJ, 16 augustus 2015

P.S. 13. Flexibiliteit – Durf ook eens van de planning (‘plannen blijven plannen’ en ‘dromen dromen’) of je idee af te wijken en iets uit handen te geven. Voor mensen met controledwang en bewijsdrang, zoals ik, is dit enorm lastig. Door te “experimenteren” en je grenzen beetje bij beetje op te rekken, ervaar je op den duur echter veel meer rust, voldoening en vrijheid. Ik heb gemerkt dat ik, door me flexibel op te stellen, veel beter verbinding met mensen en het nú kan maken, me meer openstel. In plaats van onvermurwbaar- en opstandigheid (‘ja’ en ‘amen’ is te makkelijk: ik wil dat mijn mening (IK) er ook toe doe(t) en serieus genomen wordt!) sta ik meer open voor alternatieven. Want wat is nu het ergste wat er kan gebeuren als je het loslaat? Een flexibele opstelling betekent niet dat je volledig afstand moet doen van je principes, plannen, grenzen of ideeën, net als al het andere gaat het om een balans: bij jezelf blijven en tegelijk contact met anderen maken. Maar je valt er echt geen buil aan eens een sprong te wagen! GO WITH THE FLOW (dat betekent ook: ruim wat meer tijd voor dingen in, zodat er ruimte is voor eventuele veranderingen of tegenslagen)!

8 tips om oude patronen en vicieuze (gedachten)cirkels te doorbreken

De komende weken zal ik me richten op het delen van tips. Ik heb in het afgelopen jaar een hoop stukken geschreven, maar concrete tips in een overzichtelijk rijtje ontbreken hierin nog. Na het lezen, horen en ervaren van een boel dingen zag ik dat de ingrediënten voor een toegewijd leven, bij mensen die “het licht” hebben gezien, allemaal ongeveer op hetzelfde neerkomen. Van wetenschappers en professionele schrijvers tot bloggers en “de gewone burger”: allemaal beschrijven zij dezelfde soort elementen die hun leven tot een beter bestaan maken. Als je de volgende vijf posts van mij leest, heb je als het goed is een redelijk idee van hoe je aan dit toegewijde leven kunt werken.
Vergeet niet: neem er de tijd voor. Als je écht diep “gezonken” bent, duurt het wel even voordat je er weer uitkomt. Bij mij gaat het nu voor het eerst sinds járen eigenlijk weer opwaarts. Dat na een stuk of acht therapeuten versleten te hebben (bij sommige hield ik het niet meer dan twee keer uit)… Gelukkig heb ik nu een geschikte gevonden, die zowel luistert en begrip toont als me serieus neemt en peper in de reet stopt, en vang ik ook steeds meer glimpen op van “het licht” dat in ieders leven hoort te schijnen. Ik hoop, voor wie dit leest en bij wie dit licht nog ontbreekt, ik je met mijn (of een samenvatting van andermans, want er is genoeg over geschreven, maar ten alle tijde heb ik het ook zélf ervaren!) tips verder kan helpen naar een gelukkig(er) leven! Daarom hier om te beginnen 8 tips om oude patronen en vicieuze (gedachten)cirkels te doorbreken:

  1. Bewust zijn – Volgens mij begint het hier allemaal mee. Ik kon pas accepteren en veranderen toen ik opmerkte wat ik deed, dacht en voelde, zonder daarover te oordelen. Bij bewust zijn (in dit kader) gaat het er eigenlijk om, dat je patronen herkent. “Valkuilen” van het vermijden van of vechten tegen negatieve gedachten en gevoelens. Ik heb bijvoorbeeld gauw de neiging te denken: ‘Daar heb ik helemaal geen tijd voor!’ ‘Dat is me veelste druk!’ of ‘Dat kan ik helemaal niet aan!’ als iemand me vraagt wat leuks te doen, in plaats van: ‘Gezellig’ Als ik me aan die eerste gedachten toegeef, vermijd ik dus mijn angst (om onrustig te worden of andere nare gevoelens te ervaren waar ik jarenlang in vastzat). Hetzelfde geldt voor dwang: als ik me onrustig voel, ga ik vaak alles bij langs. De spullen in mijn kamer, mijn agenda, mails en whatsappjes, allemaal om te kijken of er misschien nog iets tussen staat wat ik zou moeten doen. In plaats van de angst onder ogen te zien, geef ik me eraan over door te gaan dwangen en me op kort termijn rustiger te voelen. Op het moment dat je je bewust bent van deze patronen kun je overgaan tot ‘defusie’.
  2. Defusie – Defusie betekent hier afstand nemen van je gedachten en ze in realistisch perspectief plaatsen. Je bént je gedachten en gevoelens immers niet: het zijn slechts woorden en “sensaties”. Vaak zien we onze gedachten als dé waarheid en commando’s die we op móéten volgen en hebben niet meer door dat we daardoor een negatieve, vicieuze (gedachten)cirkel of gevoel opwekken, waar we in blijven hangen. Door ze op te merken, zonder daar een oordeel aan te hangen, creëer je afstand. Het gaat erom dat je jezelf niet meer met je gedachten gevoelens identificeert, maar ze juist observeert. Je bent de waarnemer van wat er in je afspeelt. Nieuwsgierigheid helpt daarbij: ‘Wat doe ik?’ ‘Waarom denk ik zo?’ Probeer de gewaarwordingen vervolgens in realistisch perspectief te plaatsen: ‘Begrijpt écht niemand me of begrijpen ze een stukje van me niet?’ ‘Is wat ik denk een feit?’ ‘Is het echt zo erg?’ ‘Moet het echt?’ ‘Is het waard om hier mijn energie aan te besteden?’ ‘Is deze gedachte bruikbaar? Helpt het mij verder?’ 
  3. Acceptatie – Ben je inmiddels zo ver dat je je patronen kunt herkennen (dit duurt wel even)? Dan is het tijd voor positieve actie: accepteren of veranderen. Accepteren van de situatie, dat je er niets aan kunt veranderen. Van wie jíj bent; anderen zijn zoals ze zijn. Van je gedachten en gevoelens, die komen nou eenmaal in ons op en zijn er vaak ingesleten. Dat is oké. Ook negatieve gedachten en gevoelens mogen er zijn: erken ze, dan zul je vanzelf merken dat ze weer verdwijnen of verminderen. Realiseer je dat niemand perfect is en er geen ideaal bestaat. Dat iedereen onzeker en kwetsbaar is: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje, maken fouten en weten niet precies waar onze handelingen toe leiden. Vaak genoeg zijn dingen niet eens onze schuld, maar kun je alsnog de verantwoordelijkheid nemen door zélf te kiezen hoe je ermee omgaat, hoe moeilijk ook. Probeer dingen wat luchtiger en met mildheid en begrip te bekijken: ‘Ik voel me nu even zo, dat is vervelend, maar oké.’ ‘Volgende keer beter!’ ‘Gebeurd is gebeurd.’ ‘Weet ik dat ook weer.’ ‘Morgen weer een dag!’ Kan het écht niet wachten tot morgen, lukt het je niet te accepteren omdat een naar gevoel aan je blijft knagen (en je wéét, dat dat gevoel terecht is)? Dan is het tijd voor stap 4!
  4. Verandering – Het is fijn om niet in malen, twijfelen of irritatie te blijven hangen: je verspilt er onnodig veel energie aan en krijgt er louter negatieve energie voor terug. Besef je dat je dit doet, roep jezelf dan tot orde. Stop de eeuwig, tergende gedachtenstroom: die gaat je echt niet helpen. Dus tijd voor een nieuwe focus: maak een keus en ga daarvoor. Om een voorbeeld te noemen: mensen die in de stiltecoupé praten. Je ergert je eraan en blijft maar in jezelf herhalen: ‘Wat een kut mensen, waarom kunnen ze niet stil zijn?’ ‘Aaargh, ik kan er niet meer tegen!’ ‘O, wat irritant dit. Ik wou dat ik hier niet was.’ Je hoeft hier niet in te blijven hangen: hoe rot (en respectloos?) ook, jíj kies hoe je ermee omgaat. Neem je gedachte en gevoel serieus en plaats het in een realistisch perspectief, zodat je een bewuste keuze kunt maken: accepteer de situatie óf zorg voor verandering: vraag of ze stil kunnen zijn of zoek een ander plaatsje op. Leg je dan ook bij deze keuze neer (volgende stap). Krop het niet op, maar treed ermee naar buiten. Wat zegt je gevoel? Wat helpt je verder? Weeg voor jezelf af wanneer iets wel kan en wanneer niet (leven volgens je waarden: zie nummer 7 en 8) en wat je ermee wilt bereiken. Dingen online posten: doe je het om leuk gevonden te worden/medelijden te krijgen of omdat je gewoon een mooie ervaring wilt delen? “Sociaal geaccepteerd” en wenselijk is een wezenlijk verschil. Doe het omdat jij denkt dat dat op dat moment het juiste is en omdat jij je er goed bij voelt en ga dan ook achter die keuze staan. Neem de verantwoordelijkheid, zo verdwijnt het schuldgevoel. Hetzelfde geldt voor dingen die mensen over je zeggen: ‘Je kunt een duif wel op je kop laten schijten, maar je hoeft hem er geen nestje te laten bouwen.’ (Libelle) Ze kunnen in feite zeggen wat ze willen, maar jíj kiest hoe je ermee omgaat! En dat betekent dus niet altijd accepteren: je kunt er ook wat van zeggen!
  5. Loslaten – Heb je geaccepteerd of veranderd, laat dan los. Je hebt een keus gemaakt die voor jou goed voelde of waarvan jij dacht dat het op dat moment de juiste was: klaar. Voelt het toch niet goed en ga je daar weer over malen, dan ga je gewoon weer stap 1 t/m 4 af, totdat je bij deze stap bent en kunt loslaten. Zijn het gedachten of gevoelens waar je al eerder (langdurig) aandacht aan hebt besteed, maar telkens weer opkomen, zeg dan: ‘Ik merk op dat ik de gedachte heb, dat…’, ‘Hey, daar heb je het (“ik ben niet goed genoeg”) verhaaltje weer’, ‘Bedankt, hoofd!’ of ‘Denken of oordelen’ en laat los (uit: ‘De Valstrik van het Geluk’).
  6. Contact – Als je van binnen bent “opgeschoond” (veel oefenen, dat is een levenskunst!) en meer uit je hoofd bent, is het een goed moment om contact te maken met je lichaam en het hier en nu. Om te beginnen kun je vaste “stilte”-momenten op een dag inlassen. Of dit nu op een rustig of stressvol moment is, pak het moment écht. Ga even rustig zitten, in een comfortabele houding, op een fijne plek en luister naar je ademhaling. Je kunt je handen hierbij op je buik leggen als je dat prettig vindt, maar ook je gewoon helemaal concentreren op de ademhaling. Voel hoe je buik bij iedere ademhaling op- en neergaat en hoe je lichaam hierop reageert. Doe dit een aantal keer. Neem er dan een zintuig bij: luister naar de geluiden om je heen, proef heel bewust wat je eet, kijk eens naar wat je om je heen ziet of tast met je handen een aantal voorwerpen af. Heb overal je volledige aandacht bij. Focus je alleen op die ademhaling en datgene wat je erbij doet. Verder niets. Geen stress of doel: het is alleen het nu dat ertoe doet. Als je dit een aantal keer hebt geoefend (een ‘body scan’ is ook een hele goede oefening: zie YouTube) en goed door je buik kunt ademen, kun je dit “contact” ook op andere momenten toepassen. Als je buiten een stukje loopt of ergens zit, maar ook als je in een drukke omgeving bent of ’s ochtends bij het ontbijten. Focus op je ademhaling en de zintuigelijke ervaringen, en geniet van de kleine dingen! Wil je meer hiervan weten? Kijk dan eens naar oefeningen of cursussen voor mindfulness (van Jon Kabat-Zinn).
  7. Waarden – Als je meer in contact bent met jezelf en je omgeving kun je nieuwe richting geven aan je leven: wat wil je écht? Het is daarbij goed om naar je waarden te kijken: welke dingen doen er voor jou toe? Wat vind jíj belangrijk? Er zijn een hoop vragen die je jezelf kunt stellen en je helpen deze waarden te vinden. Daarbij geven onze emoties ook vaak aan wat we belangrijk vinden. Ik heb een aantal vragen op een rijtje gezet. Ga bij het beantwoorden van deze vragen rustig zitten (zie nummer 6): neem er de tijd voor. Realiseer je ook dat een waarde niet hetzelfde is als een doel. “Veel” geld verwerven is bijvoorbeeld een (onconcreet) doel. Als je dit hebt “bereikt”, is het klaar. Stel jezelf daarom de vraag: waarom wil ik veel geld? Wat wil ik daarmee bereiken? Hetzelfde geldt voor op vakantie willen en daar een mooi, dure jacht huren. Waarom wil je dat? Wat brengt het jou? Blijf jezelf bij elk antwoord vragen stellen, totdat je tot een echt antwoord komt (bijvoorbeeld ‘waardering’ of ‘ontspanning’): dit is je kernwaarde, een richting in je leven die je kunt volgen en die je motiveert bepaalde dingen te doen of bepaalde keuzes te maken. Denk erom: het gaat er dus echt om wat jíj wilt. Laat de vraag of anderen het goed zouden keuren of wat ze ervan zouden vinden en het verleden achterwege. Het feit dat je er nu bewust mee bezig bent, betekent dat je verandering teweeg kunt brengen. Geloof in de kracht van jezelf: het is niet te laat! Voorbeelden van vragen:
    – Wat voor iemand wil ik zijn?
    – Waar word ik warm van/geniet ik van? Wat leveren die dingen me op? (Bijvoorbeeld: natuur –> schoonheid, stilte, rust en aandacht)
    – Wat voor relaties wil ik opbouwen (zowel met collega’s, vrienden als onbekenden – je kunt deze vraag voor ieder apart beantwoorden*)?
    – Wat voor dingen wil ik met deze mensen ondernemen (*)?
    – Hoe zou ik met anderen omgaan als ik mijn “ideale ik” was (*)? (Vaak gaat op: behandel anderen zoals je zelf ook graag behandeld zou willen worden.)
    – Welke persoonlijke kwaliteiten, vaardigheden of kennis wil ik inbrengen of ontwikkelingen op mijn werk of opleiding?
    – Welke hobby’s, sporten of andere activiteiten/vrijetijdsbesteding zou ik willen oppakken, mee door willen gaan of meer tijd aan willen besteden?
    – Wat zou ik willen veranderen aan mijn leefstijl?
    – Waar zou ik mijn tijd en energie op richten als ik niet zo met mijn gevoelens worstelde of mijn angsten uit de weg ging?
    – Als ik 80 ben en terugkijk op mijn leven: besteedde ik te veel/weinig tijd aan… Zou ik het volgende anders doen…
    – Wat zou je willen dat mensen om wie je geeft op jouw begrafenis over je zeggen? Wat zou je willen wat voor rol je in hun leven hebt gespeeld?
    – Als je nog maar kort te leven had, wat zou je dan nog graag willen doen? Wie zou je willen opbellen en wat zou je tegen diegene willen zeggen? Waarom?
  8. Actie – Nu je je waarden op een rijtje hebt, kun je kijken: waar besteed ik wel/niet tijd aan? Welke is nu het belangrijkst voor mij? Wat voor doelen kan ik mezelf stellen om (meer) volgens deze waarde te leven? Een goed doel voldoet aan de SMART-“methode”: hij is…
    Specifiek (Is het een concreet en duidelijk doel? Is het waarneembaar?)
    Meetbaar (Wanneer heb ik het doel bereikt?)
    Acceptabel (Is er genoeg draagvlak? Willen anderen het ook?)
    Realistisch (Is het doel haalbaar? Heb ik er de middelen voor of kan ik eraan komen? Stel ik niet te hoge verwachtingen/eisen aan mezelf? Maak ik het mezelf niet te moeilijk/ makkelijk?)
    Tijdgebonden (Wanneer begin ik? Wanneer is het klaar?)
    Zelf vind ik de ‘R’ een hele belangrijke: is het doel realistisch? Als je wilt veranderen is het belangrijk uit je comfortzone te stappen en je angsten onder ogen te komen. Maar dat betekent niet dat je ineens je hele leven op de kop moet zetten. Je kunt ook je grenzen lángzaam oprekken. Soms is het daarbij nodig om subdoelen te stellen, omdat het uiteindelijke doel te groot of te ver weg is. Stel jezelf de vraag: ‘Waar wil ik naartoe in mijn leven? En wat kan ik nú of de komende tijd doen om al in de richting van mijn doel/waarde te leven?’ Zo schuif je je doelen niet onnodig vooruit. We hebben er een handje van te wachten op de “juiste” condities en de toekomst als een paradijs te zien, waarin we onze idealen kunnen bereiken (het doel staat centraal), terwijl we in het heden slechts de obstakels en moeilijkheden zien (de weg ernaartoe) (Roos Vonk). Hiermee onthouden we onszelf een hoop vreugde. Plus: er zijn altijd dingen, óók in de toekomst.
    Haal dus ook voldoening uit het hier en nu, de weg ernaartoe. Sta open voor alternatieven: er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Zeg ‘ja’ tegen een mooie kans, want wie weet of er in de toekomst zich nog zoiets voordoet (al moet je dit ook weer niet als doel zien en als een gek álles uit je leven halen: zoek een balans, en doe alleen dingen die goed voelen of écht moeten, soms kan dat ook ‘niets doen’ zijn!). Wil je graag naar het buitenland (doel), omdat je van avontuur houdt (waarde), dan kun je er ook voor kiezen in je omgeving avontuurlijke dingen op te zoeken (liften, klimmen, surfen, karten, een week geen telefoon…). Het is misschien niet hetzelfde als het buitenland, maar je bent al wel bezig met het leven volgens je waarden, in plaats van gefrustreerd te raken dat je het doel nog niet hebt bereikt. Bedenk daarnaast dat je ook minder leuke dingen zult moeten doen om je doel te bereiken. Ben je bereid én in stáát de ongemakken te ervaren (capabel genoeg of zou je de nodige vaardigheden kunnen leren? – Wees realistisch over je eigen kunnen! Onderschat jezelf niet, maar óverschat óók niet!!) Laat je ze toe, zodat je iets kunt doen wat waardevol voor je is? Zo ja, accepteer en omarm deze ongemakken en laat je niet uit het veld slaan (al hoef je ook geen oogkleppen op te zetten wanneer je een doel nastreeft, maar blijf wel in je eigen kracht)! Het gaat niet zonder slag of stoot, het leven bestaat niet louter uit pieken en “fouten” maken hoort erbij: daar leer je juist van! Volhouden, durven en in jezelf blijven geloven.
    Blijf jezelf in situaties en bij keuzes bevragen: ‘Brengt de handeling me wie ik wil zijn of wat ik wil?’ ‘Geeft ’t me (overwegen) positieve energie of slurpt het slechts energie?’ ‘Moet het écht (of komt het belangrijke vanzelf wel?)?’ ‘Kan het me verder helpen?’ ‘Heb ik iets te verliezen?’ Onthoud: het gaat niet om móéten, maar wíllen. Je doet het, omdat je het wilt. Vanuit je eigen kracht. Door op deze kracht te vertrouwen wordt het makkelijker om grenzen aan te geven en voor jezelf op te komen. Hiermee hoef je niet het contact met anderen te verliezen: door open te staan voor hen, begrip of respect te tonen en naar ze te luisteren, maar jezelf niet te vergeten, kun je heel goed met beiden in verbinding staan. Wees daarnaast positief over wat je bereikt, trots op jezelf. Complimenteer als iets goed gaat: ‘Lekker gedaan, Miekie!’ zou ik tegenwoordig tegen mezelf zeggen. En misschien mezelf nog een schouderklopje geven ook (wie had dat gedacht, een paar jaar geleden?). In het begin voelt het misschien raar of “egoïstisch”, maar dat is het niet. Je mag best trots op jezelf zijn!

Ten slotte: gun jezelf de tijd om met deze punten aan de slag te gaan; ga niet haasten omdat je het zo snel mogelijk opgelost wilt hebben. Vooral deze tips, uit de reeks van vijf, moet je als lange termijn doelen zien. Dit zijn dingen waar mensen een heel traject met een psycholoog voor afleggen of jaren mee aan de slag gaan: er is geen ‘quick fix’, en dat moet je denk ik ook niet willen. Met name de eerste twee stappen waren voor mij een hele weg. Het heeft wel even geduurd voordat ik vrij vaak doorhad: ‘Hé, ik zit weer in die modus.’ Pas toen ik die eerste stappen redelijk onder de knie had, ging ik ineens snel vooruit. Maar dat is ook weer bij iedereen anders: niets is goed of fout! Daarnaast blijven het dingen waar je je hele leven mee aan de slag zult blíjven gaan. Een jaar later liep ik weer tegen dezelfde valkuilen aan. Alleen gaat het, als je eenmaal de eerste stappen hebt gezet, gaat het, met wat tussentijdse “verfrissing”, als het goed is makkelijker. Succes en… geloof in jezelf!

– MIJ, 14 augustus 2015

P.S. Voor dit stuk heb ik veel gebruikgemaakt van het boek ‘De Valstrik van het Geluk’ van Russ Harris.

Met minder geen genoegen

Rupsje nooit genoeg

De laatste tijd komt er vaak een zinnetje in mijn hoofd op als ik mijn moeder, mezelf of een vriendin hoor klagen: ‘Rupsje nooit genoeg’. Want het lijkt een soort levensdoel op zich te zijn geworden: alles beter of anders willen. Heb je jezelf er éindelijk toegezet te gaan hardlopen, lukt die drie kilometer niet: ‘Slap figuur, dat ik ben!’ Is die zon eens een keer doorgebroken, is het eigenlijk weer veelste warm en waait het te hard. Denk je lief je moeder te helpen met koken, klaagt ze dat je het aanrecht ook wel even had kunnen opruimen. Is het dan nooit goed genoeg?!

Gevoel van schaarste
Nou, blijkbaar niet. Want dit gevoel van schaarste, want dat is het, hebben we de hele dag door. Het begint al bij het opstaan (las ik in het boek ‘De Moed van Imperfectie’ van Brené Brown): ‘Ik heb veel te kort geslapen’ en ‘ik heb veel te weinig tijd’. Gedurende de dag blijven die gedachten en uitspraken komen, waardoor we naar bed gaan met een gevoel van gebrek, in plaats van een tevreden, dankbaar en/of positief gevoel. We zijn ons helemaal niet meer bewust van de dáádwerkelijke omstandigheden (realistisch), staan nauwelijks nog een moment stil en hebben voor weinig dingen echt aandacht. Wat gebeurt er nou eigenlijk? Waar ben ik mee bezig? Wat zie/hoor/ruik/proef/voel ik? Vragen waar we nog zelden het antwoord op geven.

YOLO – ver buiten onze grenzen gaan
Het jaar 2013 begon zo prachtig met het motto ´YOLO´ (You Only Live Once). Het zette aan toe leven, de dag plukken, niet meer over alles denken, maar gewoon doen! Het leek een mooie wereld, waarin iedereen plezier maakte, festivals afstruinde en de meest gekke dingen deed. Maar zoom je in op het ‘YOLO-effect’, alles eruit halen wat erin zit, dan zie je dat onze levenshouding is veranderd van ‘doorgaan’ in ‘doorslaan’: ver buiten onze grenzen
gaan. Het eens bedachte acroniem in een nummer van rapper Drake ontwikkelde zich in een populaire lijfspreuk, maar tegenwoordig is de balans ver te zoeken. Mensen rennen, vliegen en racen, maar staan niet meer stil. Ze willen overal aanwezig zijn, door iedereen leuk gevonden worden, het op alle vlakken goed doen en ook nog eens aan de buitenwereld laten zien hoe leuk leven ze wel niet hebben. Waarom? Is dat wat dit “enige leven” in moet houden? Jezelf helemaal kapot maken, totaal voorbij gaan en constant op je tenen lopen, zodat je maar door alles en iedereen leuk gevonden wordt? Denken we daar echt gelukkig van te worden? Voelen we ons daar uiteindelijk echt beter door…?

Pluk de dag – helemaal in het Nu en bij onszelf
‘Pluk de dag’ houdt voor mij iets heel anders in. Het houdt voor mij in dat ik er volledig ben, in het moment. Bewust van de dingen die ik hoor, voel, zie. Pluk de dag betekent voor mij de zon op zien komen, een vogel horen fluiten en de natte dauw aan het gras voelen. Het betekent dat ik me niet door mij gedachten over laat nemen en door verwachtingen of oordelen laat leiden, maar in het moment probeer te leven, met een open blik naar mezelf en de omgeving kijk. Dat ik alleen de dingen doe die écht moeten, maar vooral waar ik blij van word en die goed voelen. Dat ik niet constant een opgejaagd gevoel heb, tegen dingen op zie of commentaar (op mezelf) lever, omdat het niet goed is. Ook dat ik soms dingen doe die ik minder leuk vind, maar wel gedreven door mijn waarden.
Haal ik niet alles uit het leven als ik niet direct na mijn vwo-examen naar de universiteit ga om daar een studie te gaan doen waarvan ik helemaal niet weet of dat wel is wat ik wil (100% zekerheid heb je natuurlijk nooit, maar je moet er wel achterstaan…), maar het me wel een “puik” papiertje en de ‘credits’ van anderen geeft? Verspil ik het talent (mijn intelligentie) dat “God” me gegeven zou hebben, omdat ik niet het gebaande pad afga en niet constant met mijn toekomst bezig ben (éindelijk… ik heb al minstens tien jaar van mijn leven “verspilt” aan leven in de toekomst)? Dat anderen het wel doen, betekent niet dat zij het fout doen. Maar ik vraag me af waarom ik minder zou zijn omdat ik niet hetzelfde doe. Het gaat er toch om dat we allemaal iets doen waar ons hart ligt, dat we op onze manier een steentje aan deze wereld bijdragen en goed voor onszelf en onze omgeving zorgen? En kan dat niet alleen als we blij zijn met onszelf en wat we doen? Dat we het gevoel hebben dát we ertoe doen en een voor óns zinvolle levensinvulling hebben?

Wees lief tegen jezelf en heb vrede met het moment 
Aan ambitie en wilskracht schort het bij mij niet, dat is er juist in overvloed. En dat heeft er misschien ook wel toe geleid dat ik in een burn-out belandde. Ik wilde té veel, té goed. Had geen vrede met het moment, dat was niet genoeg. Er kwam zoveel op me af (indrukken, prikkels, informatie…), dat ik een uitweg zocht: dwang, alles onder controle hebben. Maar daarbij liet ik me heel makkelijk beïnvloeden door mijn omgeving, gedachten, oordelen en verwachtingen (wat er in zeker zin ook altijd zal zijn, maar het gaat erom hoe je ermee dealt), wat er toe leidde dat ik constant teleurgesteld was, in mezelf en in anderen.
Een voorbeeld was mijn verjaardag, begin dit jaar: ik dacht dat ik alles weer aankon en het een top avond zou worden en was daarom diep teleurgesteld in mezelf toen dit niet het geval was. Als je een flinke burn-out hebt gehad, loopt het niet zo’n vaart. Ben je er niet
binnen een paar maandjes bovenop. Het kan wel jaren duren, afhankelijk van de duur van de burn-out en oorzaken. Het belangrijkste van alles: accepteer de situatie en gun jezelf de tijd om te herstellen. Het is net als met een rustmoment in tijden van stress of vermoeidheid. Als je het moment even helemaal pakt, ben je daarna veel productiever! Deze momenten zorgen er namelijk voor dat je een betere weerstand hebt, reserves opbouwd, helderder kunt nadenken (tot bezinning en geweldige ideeën kunt komen) en dichter bij jezelf blijft. Op deze manier kun je ook daadwerkelijk iets doen waar je hart ligt, aan de wereld bijdragen en goed voor jezelf en anderen zorgen: het zijn dé bouwstenen voor een gezond en gelukkig leven.

Stilstaan en bewustzijn – pluk écht de dag!
En verder: sta stil bij het leven. Word je bewust van wat je doet, denkt, hoort, voelt… Besef dat de dingen die jij denkt of voelt, ervaringen zijn: je bént je gedachten of gevoelens niet. Je kunt ze ook (tijdelijk) uitschakelen (hierover later meer) en zo openstaan voor het moment en dingen die om je heen gebeuren. Want op dát moment zijn er geen problemen. In het heden doen het verleden en de toekomst er niet toe. Als ik jaren geleden beter naar mezelf had geluisterd, was
stilgestaan, een stapje terug had genomen en hulp had gezocht, wat het denk ik niet zo ver gekomen.
Ik sta nu bewuster in het leven, vertrouw meer op mezelf, zorg beter voor mezelf en denk na over wat ik écht wil, maar wat ik al eerder schreef: dit moet niet na een burn-out of erge
ziekte pas hoeven, dit moeten we allemaal zonder kunnen. Het leven is te kort om hier aan
onderdoor te gaan. Dus wil je echt de dag plukken: kijk dan nog eens naar de dikgedrukte woorden in dit artikel, durf te veranderen (je kunt nu al met een klein, haalbaar doel beginnen!) én geloof in jezelf!

– MIJ, 9 augustus 2015

+/- 40x STOM! (gebaseerd op rubriek LINDA.)
Mannen die de hele tijd aan hun snor of baardje zitten te plukken (en dat zijn er steeds meer – vieze hipsters!)
(Voor mij) onaantrekkelijk/oninteressante mannen die overduidelijk aandacht proberen te trekken (‘rot op!’)
Mensen in de supermarkt die je niet voor laten gaan als je één dingetje hebt en zij een hele kar of mand vol
Mensen achter de kassa die niet de moeite nemen dat dingetje verder te schuiven
Niet kunnen poepen
Een niet stille stiltecoupé
Niet kunnen genieten/overgeven/gáán door fysieke, mentale of externe (tijdsdruk, irritant geluid…) belemmering
Mensen die altijd druk zijn
Per ongeluk iemand naar links swipen op Tinder en niet meer terug kunnen (tenzij je voor een premium account betaalt)
Het altijd verkeerd aanpakken bij iemand die je leuk vindt
Niet zomaar iemand kunnen/durven aanspreken die er leuk uitziet
Eenzaamheid
Machteloosheid
Altijd moe zijn
Nooit écht lekker kunnen slapen (door spanning of geluiden)
Die immer tergende gedachtestroom
Mensen met een bekrompen visie
Mensen die een vraag stellen om hem zelf te kunnen beantwoorden (en jouw antwoord dus geen aandacht gunnen)
Geen plekje voor je fiets kunnen vinden
Iedere keer dat je niest, dat er snot uit je neus schiet
Een zwerm vliegjes die je gezicht, mond en neus inschiet
Treinen die té op tijd (iets voor de tijd) vertrekken
‘We zijn zojuist volgens dienstregeling vertrokken’
“De donkere dagen”
Het gevoel dat “iedereen” je raar/anders vindt
Pestkoppen
Slutshaming
Zwartepietendiscussie (doe gewoon die roetpiet!)
Genderdebat
Feminsmedebat
Exorbitante lonen en daarmee ongelijkheid
Mensen die niets om dieren of milieu geven
Mensen met weinig begrip
Mensen zonder humor
Arrogantie
Egoïsme
Chagrijnige caissières,
Geen winkelmedewerkers (kunnen vinden) als je iets wilt vragen
Alles nog moeten inpakken, terwijl degene na jou al aan het afrekenen is
Verkeersmaniaken (geen hand uitsteken, niet omkijken bij inhalen of geen knipperlicht)
Mensen die doorzemelen, terwijl ze allang hun punt hebben gemaakt en ik gezegd heb dat ik het snap: soms kun je gewoon beter ‘ja, is goed’ zeggen (Marnix halverwege bier drinken BZV citytrip)
Als er te veel (hoge) gebouwen staan, waardoor je zonsondergang niet goed kunt zien 😦
Tijdsgebondenheid (afspraken & deadlines)
Als jongens ‘waar is je vriendje?’ vragen en daarmee een uniek compliment denken te maken (‘zo’n mooie vrouw en niet bezet?!’), of op een slimme manier te ontdekken of je bezet bent of niet, terwijl je als vrouw deze vraag bijna wekelijks te horen krijgt
Restaurants met een ‘urban’ hipster jasje: veel te ingewikkelde kaart, ingewikkeld eten, heel veel vlees en alleen maar bediening met knotjes, baardjes, piercings en/of tattoos

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑