Tijd voor een tweede artikel! Zoals gezegd heb ik inmiddels een hoop gelezen, gehoord en ervaren. Bij alles kwam eigenlijk een aantal woorden voor het benaderen van jezelf, anderen en situaties/het leven terug. Het leek me daarom mooi ze op een rijtje te zetten. Mij helpt ’t in elk geval (en ik werk er nog steeds aan)!

  1. Openheid – Benader je omgeving met een open houding/blik, zonder oordelen. Eerder (negatief) gedrag van mensen hóéft niet doorslaggevend te zijn. Sta open voor nieuwe meningen, ervaringen en het moment, zonder dat het je op hoeft te slokken. Laat alles lekker op je afkomen: je kunt niet overal de controle over hebben, en alles invullen en plannen. Verwachtingen leiden vaak alleen maar tot teleurstellingen. Dus vergeet een strakke planning, maak ruimte voor spontaniteit, laat je verrassen en geniet van kleine dingen. Je ziet wel hoe het loopt: geen vooropgezet doel!
    Openheid over jezelf en je gevoelens is ook fijn. Je hoeft niet gelijk alles prijs te geven (dan blijft er weinig te ontdekken over…) en alles op zijn tijd, maar als je elkaar met respect en onderling vertrouwen benaderd, kun je ook open naar elkaar zijn. Een open houding geeft mensen het gevoel, dat naar ze luistert, niet oordeelt en er geen druk, doel of verwachting isDat brengt positiviteit en zo kun je verbinding maken. Ook al zijn zij in eerste instantie negatief of afstandelijk, jij kunt dat ook met jouw houding veranderen!
  2. Nieuwsgierigheid – Wees nieuwsgierig naar jezelf en je omgeving. In plaats van je aan iemand te ergeren kun je denken: ‘Wie is deze mens?’ ‘Waarom doet hij zo?’ en ‘Kan ik iets van hem leren?’ Benader ook jezelf zo, met belangstelling voor de dingen die je doet, denkt of voelt, zonder gelijk te oordelen. Op deze manier kijk je positiever of neutraler tegen dingen aan: je staat er meer open (bovenstaand) voor en laat je minder snel meeslepen door gedachtes, gevoelens, oordelen en overtuigingen. Als je je ergernis naar iemand uit, lach dan om jezelf: ‘Godzakkies, wat ben ik soms ook een tiran, haha.’ Als je moet huilen, probeer je dan eens over je tranen te verwonderen in plaats van je te laten overmannen door verdriet. Het is ook bijzonder dat je die emotie kunt ervaren! Deze open en geïnteresseerde houding wekt vaak sympathie bij anderen op en je kunt zo makkelijker verbinding met hen maken.
  3. Aandacht/bewustzijn – Als je met iets bezig bent, heb daar dan je volledige aandacht bij: focus je op een ding tegelijk en neem er de tijd voor (dat geeft uiteindelijk een bevredigender gevoel dan continu switchen tussen dingen die geen verband houden + geduld is een schone zaak! gun jezelf en anderen de tijd: niet alles kan snel en meteen goed, sommige dingen komen wel en soms hebben ze de tijd nodig om te landen, omdat het mentaal en praktisch een enorme omslag is: heb daar begrip voor en neem ruimte voor speling en eventuele tegenvallers). Lukt dat niet: stel dan prioriteiten. Wat moet eerst? Wat kan wachten? Wat kan ik gelijk afhandelen zodat het uit mijn hoofd is en ik me weer kan concentreren op waar ik mee bezig was (en het niet meer energie slurpt)? Keer meermaals per dag bij jezelf terug om te voelen wat je nodig hebt en hoe het met je gaat. Zo stap je bewust even uit de haast/automatische piloot van alledag. Kies dus! Dat geeft rust.
    Als je naar iemand luistert, luister dan écht (niet ondertussen berichtjes op je telefoon sturen of halverwege afdwalen, omdat je liever zelf iets wilt vertellen. Of met ongevraagde adviezen komen/een bepaalde richting uit willen: je bent geen hulpverlener/therapeut! Ook al is het vaak goed bedoeld en zijn we ertoe geneigd, hierdoor maak je iets jóúw wereld, terwijl het (nu) om de ander gaat. Stel objectieve vragen, dan geef je de ander het gevoel écht te luisteren en hem/haar écht te horen). Als je eet, doe dat dan bewust. Voel de structuur van het eten, proef, zie de kleuren en snuif de geur op. Als je loopt, heb dan acht op elke stap die je zet. Concentreer je op je ademhaling en kijk om je heen: wat zie, hoor, voel, ruik je? Laat je niet afleiden door andere dingen dan waar je op dat moment mee bezig bent (ook geen telefoongebruik in het verkeer!). Gedachten kun je kort erkennen door ‘denken’, ‘oordelen’ of ‘bedankt, hoofd!’ te zeggen (uit: ‘De Valstrik van het Geluk’), mensen kun je vragen even te wachten en als het echt niet kan, handel dan hetgeen in de weg zit af óf accepteer de situatie en focus je weer op waar je mee bezig was.
  4. Respect – Heb respect voor je medemens en omgeving. Realiseer je dat ze net als jij een wereld op zich zijn en ook liefde nodig hebben. Dat was je in eerste instantie ziet, maar een klein percentage is van wie iemand daadwerkelijk is. Dat iedereen onzeker, kwetsbaar en angstig is, en nare gevoelens en gedachten heeft. Én dat  niemand perfect is. We maken allemaal dingen mee die ons maken tot wie we zijn. Respect betekent niet dat je iedereen aardig moet vinden of nergens wat (op een vriendelijke manier) van kan zeggen. Het gaat erom dat je mensen in hun waarde laat, serieus neemt en erkent: ze mogen er zijn. Ook respect voor je omgeving: gooi geen afval op straat, draai niet voor vijf onderbroeken een wasje, zet de kachel en lichten uit als je er niet bent of gaat slapen, probeer eens wat minder vlees te eten (en alleen biologisch vlees) en koop verpakkingloze groenten.
  5. Erkenning – Je hoeft, zoals ik zei, niet iedereen te mogen of het overal mee eens te zijn, maar erken de persoon of zijn mening wel. Geef hem het gevoel, dat je hem hoort of ziet, of het nou klikt of dat je het eens bent of niet. Zelf vind je het waarschijnlijk ook fijn als iemand je mening of je gevoel erkent, ook al denkt hij of zij er anders over. Zo gaat het ook met gedachten en gevoelens: erken dat ze er zijn, dan voelen ze zich gezien en zullen ze vanzelf minder worden of verdwijnen.
  6. Vriendelijkheid/positiviteit – Wil je iemand iets duidelijk maken of ergens wat van zeggen, maar diegene wel in zijn waarde laten (zie ‘4’) en geen afstand of “wrijving” creëren? Dan is het verstandig om het op een vriendelijke manier te doen en diegene op zijn gedrág aan te spreken. Dus niet: ‘Jij bént irritant,’ maar: ‘Wat je dóet, vínd ik irritant.’ Zo toon je respect naar de ander, zonder daarbij je eigen mening te ontgelden. Leg ook niet alleen de nadruk op de fouten/gebreken, maar kijk ook naar de overeenkomsten, wat er wél goed gaat en waarom diegene het doet. En bedenk of het nodig is dat je het zegt of op een bepaalde manier reageert. Wat wil je ermee bereiken? Dient het jou of de ander? Je hoeft niet mee te gaan in iemands negativiteit. Soms moet je maar denken: ‘Relaxxx, lach erom. Hoe erg is het nou?’ Vriendelijkheid die je geeft, krijg je immers vaak terug (reciprociteit!). Het zorgt, naast altruïsme voor positiviteit en klaart de lucht. Al betekent het niet dat je dingen moet gaan opkroppen of wegwuiven: als het voor jou écht belangrijk is, geef er dan gehoor aan: je lichaam geeft je niets voor niets een sein!
    Dit kun je ook op andere gebieden toepassen. Ik raak soms verstrikt in negatieve gedachtencirkeltjes, laat me snel uit het veld slaan als iets niet lukt of tegenzit. Wat helpt, is om ze eens van een afstandje te bekijken en de boel te relativeren: ‘Volgende keer beter!’ ‘Gebeurd is gebeurd!’ Hoe moeilijk en frustrerend dingen soms ook zijn, en ook al is iets niet jouw schuld: je kunt wél zelf kiezen hoe je ermee omgaat! Denk dus in mogelijkheden in plaats van in beperkingen en focus op wat er goed gaat, wat het je wél brengt/heeft gebracht en gun het de tijd!
  7. Eerlijkheid – Eerlijkheid… duurt het langst, maar is waardevol. Uiteraard betekent het niet dat je álles moet zeggen en geen geheimen mag hebben, maar vaak zegt je gevoel wel wanneer iets juist is of niet. Ik voel het gelijk als ik niet eerlijk ben op een moment of bij iemand dat het wel “hoort”. Ik handel dan niet volgens mijn waarden of geweten en dat geeft een knagend/schuld gevoel. Dit gevoel is er niets voor niets: het is fijn om te weten wat je aan iemand hebt en waar je aan toe bent. Het is een signaal voor verandering en helpt relaties in stand te houden (Flow 2016). Je zet jezelf namelijk een spiegel voor, kijkt naar je gedachten en gedrag en neemt hiermee verantwoordelijkheid in plaats van het ergens op af te schuiven (‘Ik kan niet anders, want ik ben zo’). Deel ook je twijfels! Daardoor verdwijnt het nare gevoel en ontstaan er geen misverstanden, wél vertrouwen en creëer je duidelijkheid (‘Wat weet ik/staat vast?’), waardoor je niet in cirkeltjes blijft hangen.
    Vind je het lastig om je grenzen te bewaren? Schiet je gauw in vermijdgedrag of sla je juist snel door? Stel jezelf dan vragen: heb ik écht mijn rust mentaal/fysiek nodig? Of kan ik het wel en helpt het me verder als ik het doe? Waar gaat het me echt om? Moet ik even ergens doorheen, voordat ik er een oordeel over kan geven en omdat het me uiteindelijk ook energie kan geven? Ben ik bereid de ongemakken ervoor te ervaren? Maak ik een keus voor de lange of korte termijn? Wat is het belangrijkst?
  8. Vertrouwen – Hoe fijn is het om te weten dat je op iemand kunt bouwen, omdat hij of zij is te vertrouwen? Staat dat niet ten grondslag van iedere relatie? Vertrouwen leidt, naast fundamentele zaken als een fijn onderkomen, goede nachtrust en zinvolle levensinvulling, namelijk tot veiligheid en zekerheid: twee waarden die men van nature zoekt. Het geeft een stabiele basis aan je leven, en daarmee rust: je bent niet constant energie kwijt aan negatieve gedachten door onzekerheid of wantrouwen.
    Zélfvertrouwen is echter wel een essentieel element voor het kunnen vertrouwen van een ander. Op het moment dat je in jezelf gelooft, zul je minder aan jezelf gaan twijfelen en zekerder zijn van je zaak, waardoor je de ander ook eerder vertrouwt. Door het pad te volgen dat bij jou past en te handelen naar je waarden (de dingen die je belangrijk vindt) zul je merken dat je zelfvertrouwen stijgt. Vertrouw erop, als je doet wat goed voelt en je je intuïtie volgt, belangrijke dingen vanzelf komen. Neem verantwoordelijkheid voor je daden (achter je keuzes staan, omdat je weet dat je op dat moment dacht dat dat de juiste was), dan heb je geen zekerheid en bevestiging van buitenaf nodig.
    Vertrouw daarnaast in het algemeen meer: dat dingen wel loslopen, je niet overal controle over kunt hebben en er altijd iets nieuws aan de horizon is. Laat je niet gelijk uit het veld slaan als iets anders loopt, niet doorgaat of tegenvalt, maar herpak jezelf: er kan ook weer wat positiefs komen!
  9. Liefdevol/mildheid – Ik ben jarenlang zó streng voor mezelf geweest. De ‘interne criticus’ noemt men het ook wel: jezelf voortdurend afkraken, torenhoge verwachtingen en eisen opleggen en bekritiseren. Het is nooit goed en je gaat erdoor over van alles twijfelen. Wees lief tegen jezelf! Het hoeft niet altijd meer of beter: vaak is het al prima zo. Niets en niemand is volmaakt, er bestaat geen ideaal en mensen maken fouten. Vraag je eens af of de dingen die je vanzelf of anderen vraagt wel realistisch zijn, of ze echt moeten en of het commentaar dat je er van een ander of jezelf op krijgt wel realistisch is. Stel, op basis van deze antwoorden, je eisen bij en je verwachtingen (ook naar anderen) naar beneden: als je eenmaal ontspannen met jezelf bent, kun je dat ook naar anderen zijn. Zo kom je veel leuker over en sta je er wat luchtiger in! Daarbij helpt het ook vanuit dat perspectief naar je wensen te kijken: ‘Als ik de nieuwe barbecue en glazen van ‘een bepaald merk’ heb, wordt het een perfecte avond.’ ‘Als we naar Ibiza gaan en daar de beste jacht afhuren, wordt het een topvakantie!’ Maar waar gaat het je nu écht om? Rust? Verbinding? Ontspanning? Gezelligheid? Heb je daar die dingen voor nodig?
    Geef jezelf ook eens een compliment!
     Klinkt achterlijk en misschien zelfs narcistisch. Maar als je altijd kritisch tegen jezelf bent, verdien je dat best. Vanmiddag stond ik voor de spiegel nadat ik een paar uur in bed gelegen had vanwege een korte nacht. Normaal zou ik mezelf vervloeken, omdat ik zo de helft van de dag gemist heb; nu zei ik: ‘Je ziet er mooi uit.’ Dat geeft kracht! Of ik geef mezelf soms een schouderklopje wanneer ik na lang buffelen iets heb afgemaakt.
    Mildheid houdt overigens niet in, dat je er met de pet naar moet gooien, zoals mensen op een gegeven moment bij mij dachten. Ze hadden het idee dat ik laks werd, terwijl ik juist lief voor mezelf was (misschien inderdaad soms iets té, omdat ik bang was dat ik mezelf weer zou overwerken). Ik gunde mezelf meer rust en hoefde minder. Maar ik heb wel gemerkt, dat het goed is mezelf tot dingen te zetten. Houd structuur aan in je leven, ga toch sporten als je (een beetje) moe bent (hoeft niet gelijk “op volle toeren”: sporten kan ook rustig) en blijf het contact opzoeken. Soms moet je wat peper in de reet stoppen! Aan jou om een fijne balans te vinden tussen wat “moet” en mag (en ja, dat is best heel lastig!).
  10. Authenticiteit – Deze is heel belangrijk voor mij. Ik vind het zo mooi als mensen zichzelf zijn (en mij dat ook laten zijn door niet te oordelen of veel te verwachten), zich niet anders voordoen: hun ware ik tonen. Gek, kwetsbaar, eerlijk en oprecht. Niet ineens overdreven doen of een andere mening hebben bij een bepaald gezelschap, omdat ze er anders misschien niet bij zouden horen. Mensen moeten je maar nemen zoals je bent en zo niet: dan niet. Dan zijn ze het ook niet waard. Als je handelt volgens je waarden, hoef je niet bang te zijn voor wie je bent. Het zijn de dingen die jíj belangrijk vindt, die voor jóu goed voelen en waar jíj achterstaat, dus meer hoef je niet te doen.
    Dat mensen je “moeten” nemen zoals je bent, bedoel ik overigens niet dat het soms goed is om je aan te passen aan de omgeving:
    als je altijd zeer op de voorgrond treedt, kun je jezelf best wat temperen, zodat anderen ook de ruimte hebben. Aanpassen wordt pas een “probleem” als je het contact met jezelf erdoor verliest. Het gaat wederom allemaal om een balans! In mijn nieuwe huis pas ik me bijvoorbeeld aan door wat vaker samen te eten, wat zij gezellig vinden, maar soms gewoon met m’n eigen bordje en me na die tijd toch even terug te trekken als zij tv kijken. Zo houd ik én contact met mezelf én contact met mijn huisgenoten.
  11. Dankbaarheid/tevredenheid – Hier heb ik echt wat aan gehad: dankbaar zijn. We lopen allemaal zo rond met een gevoel van schaarste, dat het nooit goed genoeg is. We hebben tekort geslapen, het weer is kut, we zien er niet leuk uit, we hebben stomme dingen gezegd, we moeten “nog zo ver” fietsen, we hebben niks lekkers in huis, we hebben niet gedaan wat we wilden doen, te weinig leuke shirtjes of niet genoeg gepresteerd… Verlangens zijn oké, míts ze je er niet van weerhouden ook te kunnen genieten van het nú door aanhoudend gemis. Wees dankbaar voor de dingen die wél goed gingen die dag en relativeer een beetje: moet alles écht zo goed en móét je alles hebben? Kijk eens naar wát je al hebt! Dat is ook wat waard! Een dak boven je hoofd, schoon water dat uit de kraan komt, een vogel die voor je raam begint te zingen, een goede vriend of familielid, warme dekens en/of een geweldig talent voor touwtje springen. Voor heel veel mensen zijn deze dingen helemaal niet vanzelfsprekend! Koester ze daarom. Kijk elke keer weer naar dingen alsof je ze voor het eerst ziet en realiseer je dan hoe mooi ze zijn (geniet van de kleine dingen!). Verbazingen leiden tot creativiteit, mentale groei, behulpzaamheid, relativatie en men wordt er minder materialistisch en gehaast van 🙂
    Vergelijk jezelf niet met anderen: iedereen heeft dingen waar die bij een ander tegenop kijkt. Accepteer jezelf en het leven, en leef de teleurstellingen. Door te focussen op de gebreken en hiertegen (fysieke en mentale pijn) te vechten, weerhouden we onszelf ervan te genieten. Probeer je omgeving of de omstandigheden niet te veranderen, maar doe het met de mogelijkheden die er zijn: niet wat het ‘zou moeten zijn’ is het probleem, maar het is wat het is (veerkracht)! Door krachten te bundelen, kunnen er juist de mooiste dingen ontstaan. Wees nieuwsgierig naar kwaliteiten van de ander, trots in plaats van jaloers en complimenteer diegene: je zult zien wat voor moois dat (in de meeste gevallen) oplevert!
  12. Onbevangenheid – Ik twijfelde wat ik hier zou plaatsen. Iets met ‘plezier‘, ‘speelsheid’, ‘intuïtie‘ en spontaniteit wilde ik. En bedacht, dat dit eigenlijk allemaal dingen zijn die je als “ongerept kind” doet. Spontaan in de regen dansen, kleien, frutseltjes maken, bouwen, scheppen, schommelen… Dingen die ik graag meer zou doen en die dicht liggen bij hoe ik ben als ik lekker in mijn vel zit: vrolijk, luchtig, speels, open, onbezorgd… Op een bepaalde leeftijd is een stukje volwassenheid en verstandigheid echter ook goed, en vind ik persoonlijk prettig in de omgang, wat kennis over het leven en de wereld: als kind kun je behoorlijke naïef en roekeloos zijn. Toch is het óók mooi om meer terug te gaan naar die onbezonnenheid. Doe eens een dansje op straat, zeg ‘ja!’ tegen spontane ideeën of kansen (wie weet of deze zich nog in “de toekomst” voordoen), ga lekker schommelen, op je buik glijden door de modder of knutselen. Gewoon: doen! Wat heb je te verliezen? Waag een sprong in het diepe. Niet weten wat je te wachten staat. In het moment. En probeer meer te relativeren: ‘Is het allemaal écht zo erg?’ ‘Moet het allemaal écht?’ Schrappen wat er geschrapt kan worden!

– MIJ, 16 augustus 2015

P.S. 13. Flexibiliteit – Durf ook eens van de planning (‘plannen blijven plannen’ en ‘dromen dromen’) of je idee af te wijken en iets uit handen te geven. Voor mensen met controledwang en bewijsdrang, zoals ik, is dit enorm lastig. Door te “experimenteren” en je grenzen beetje bij beetje op te rekken, ervaar je op den duur echter veel meer rust, voldoening en vrijheid. Ik heb gemerkt dat ik, door me flexibel op te stellen, veel beter verbinding met mensen en het nú kan maken, me meer openstel. In plaats van onvermurwbaar- en opstandigheid (‘ja’ en ‘amen’ is te makkelijk: ik wil dat mijn mening (IK) er ook toe doe(t) en serieus genomen wordt!) sta ik meer open voor alternatieven. Want wat is nu het ergste wat er kan gebeuren als je het loslaat? Een flexibele opstelling betekent niet dat je volledig afstand moet doen van je principes, plannen, grenzen of ideeën, net als al het andere gaat het om een balans: bij jezelf blijven en tegelijk contact met anderen maken. Maar je valt er echt geen buil aan eens een sprong te wagen! GO WITH THE FLOW (dat betekent ook: ruim wat meer tijd voor dingen in, zodat er ruimte is voor eventuele veranderingen of tegenslagen)!